Tijdens mijn doctoraal was ik verplicht om binnen de vakgroep Nederlands een letterkundig onderwerp te kiezen dat ik grondig moest uitpluizen. Ik koos voor zeventiende-eeuwse kluchten, de korte toneelstukjes die na zware tragedies opgevoerd werden, om het publiek na het stichtelijke gedoe eerst eens lekker te laten lachen en dan met een voldaan en happy gevoel naar huis te sturen. Gelukkig mocht ik in mijn uppie ONDERZOEK doen, mits ik mijn scriptie baseerde op het lijvige boek van H. van den Bergh, ‘Konstanten in de komedie, een onderzoek naar komische werking en ervaring.’ Vermoedelijk zijn proefschrift, maar dat weet ik niet meer zeker.

Verwachting

Het enige wat ik ervan onthouden heb, is dat je in de visie van Van den Bergh bepaalde ‘regels’ hebt waar het werk aan voldoet en die altijd terugkomen. Als je bijvoorbeeld vroeger keek naar Jan Klaassen en Katrijn, dan verwachtte je dat Katrijn haar echtgenote af en toe flink in elkaar timmert. De veldwachter op het toneel? Die is ofwel heel stom, ofwel mega geniepig.  En als dat dan gebeurt zoals je verwachtte, dan voel je je heel happy, ha ha ha, slim van mij hè, dat ik het goed had ingeschat!? Die ‘regels’ kun je ook doortrekken naar bepaalde films: James Bond, zou je je die kunnen voorstellen als een lelijke held met wratten, zonder technische gadgets en mooie vrouwen? NEE, de favoriete fan zou ter plekke op tilt slaan en het geld voor zijn kaartje terugvragen!

Mening

Nu las ik op de weblog van een kinderboekenschrijver dat hij teleurgesteld was in het tweede seizoen van BRIDGERTON. Een serie waar ik me juist erg op had verheugd, want het eerste seizoen was goed bij mij in de smaak gevallen. Vooral het absurdistische en overdreven gedoe van conventies en roddels en mooie kleren en mannen en prachtige landhuizen, prachtig, ja, deze serie sprak me erg aan. De verhaallijn was flinterdun, maar ach, wat kun je nou ook verwachten, als je een gemakkelijke hapsnapklare boetketboekserie gaat verfilmen? Ik paste een keer op bij een van de kleinkids -zijn zus was op school en hij lag in bed- en ik zapte uit een plukje verveling naar NETFLIX om de volgende aflevering te gaan bekijken. Met de gordijnen open, terwijl iedereen langs het raam liep en naar binnen kon kijken en naar mij zwaaide, ja, niemand thuis, maar daar zit oma op de bank, daaag oma, leuk filmpje? Ja ja, ik pas op, alles is onder controle. 

Tijdens die aflevering kwam net toevallig de scene voor waarin de echtgenoot zijn vrouw oraal bevredigt op de grote marmeren trap. Een hilarische wending in het verhaal, waar ik keihard bij moest lachen, vooral toen ik me realiseerde dat de mensen die nu misschien langs zouden lopen, mij als zeventigjarige op de bank naar uitgerekend DEZE SCENE zagen kijken: Ha ha ha, weet je wat hun oma ’s middags doet? Kijken naar soft porno, met de gordijnen open… Waar moet dat naartoe met de wereld… 

Herhaling

De niet met naam genoemde kinderboekenschrijver (ach, waarom zou ik hem gaan afkatten? Hij is heel aardig) vond het tweede seizoen niet verrassend, erg voorspelbaar en niet boeiend en was er niet zeker van of hij het tot het einde wel zou volhouden.  

H. van den Bergh zou zich na deze woorden omgedraaid hebben in zijn graf, want hier werd een van zijn ‘Konstanten in de komedie’ hartgrondig de nek omgedraaid: niets leukers dan de herhaling, waarbij je af en toe toch ook nieuwe elementen kunt aantreffen. En bovendien: wat is nou precies de kracht van een SERIE? Als het je bevalt, wil je toch alle KAMELEONS en DE VIJFS en HARRY POTTER en DE WAANZINNIGE BOOMHUT lezen? 

Achteraf beetje spijt

Toen ik nog lesgaf, heb ik een keer een fan van Carry Slee ‘geestelijk vermoord’. Hij had al haar boeken gekocht en kon er niet genoeg van krijgen. Elke boekbespreking ging over een van haar boeken, ik werd er helemaal kriebelig van. Ik gaf hem toen als opdracht mee dat hij alles eens een keer achter elkaar moest lezen. En dan aan mij terugkoppelen hoe zijn leeservaring was. 

Na een paar weken meldde hij zich bij mij, WOEST! ‘Ze zijn steeds op dezelfde manier opgebouwd en nu ben ik geen fan meer,’ brieste hij tegen mij. ‘Dat is UW schuld.’ Ik haastte mij hem te verzekeren dat dit absoluut niet mijn intentie was geweest, juist fijn dat hij al haar boeken had, hij had nu iets geleerd, een eigen stukje leeservaring opgebouwd, bla bla bla. 

Maar ja, een puber blijft een puber. Hij heeft haar boeken doorverkocht.