Vroeger

Mijn schoonzoon had laatst aan zijn kroost -kleinkids van vier en zes jaar oud- verteld dat oma vroeger boeken schreef. Hij had het rijtje boeken ook aangewezen en het nieuws werd door hen braaf ter kennisgeving aangenomen. Al die boeken door oma geschreven, nou, dat verbaast ons niets, papa, want oma is altijd in de weer met voorlezen en verhalen vertellen. 

Letters

Toen de twee kleinkids afgelopen weekend bij ons logeerden, haakte ik op zijn woorden in. ‘Papa had jullie over mijn boeken verteld, hè?’ Ze knikten. Ik legde hun uit hoe ik als vijfjarige via schooltje spelen met de oudere zussen had leren lezen en schrijven. De zesjarige kleindochter, die zelf midden in het leren-lezen-proces zit, was meteen geïnteresseerd. Ik zei tegen haar dat sommige woorden mega irritant kunnen zijn om te onthouden: twee soorten ei/ij en au/ou, wie verzint nou zoiets! ‘Ik had vroeger moeite met de UI,’ zei ik met lichte zelfspot, maar nee hoor, die letter vond zij juist kippiekakkie! Mijn moeders oplossing om tijdens het lezen een ui naast mijn boekje te leggen, werkte ter plekke op haar lachspieren. ‘Dat ga ik nooit doen, hoor! Ik lijk wel gek! En ik kan hem trouwens allang.’

De typemachine

‘Boven op zolder stond bij ons een heel oude typemachine,’ vertelde ik verder, ‘en daar begon ik voor het eerst allemaal verhaaltjes mee te schrijven. De typemachine op een stoel, ik op mijn knieën ervoor, en maar rammelen op dat ding. Allemaal spannende verhalen die ik zelf bedacht en af en toe zo eng vond, op die schemerige zolder in mijn eentje, dat ik naar beneden vloog, naar de warme huiskamer, om weer een beetje van de schrik bij te komen.’ Ze knikten ernstig. Begrijpelijk, hoor oma, niks om je voor te schamen. Spannend vinden wij af en toe ook best too much. Bij THE MINIONS haakten wij allebei af, weet je nog wel?

Mijn gedachten gleden terug naar vroeger. Ik herinnerde me nog goed hoe loodzwaar die antieke typemachine was, toen ik hem naar de kleine schouwburg sjouwde, waar hij tijdens de Propaganda Avond van onze school op het toneel mocht pronken als ‘schrijvers’ rekwisiet, bij onze act als Schoolkrant Redactie.

Overigens de laatste keer dat ik het ding gezien had. Pas twee jaar later herinnerde ik me opeens weer dat ik totaal vergeten was de typemachine weer op te halen. Tja, toen was hij                allang gerecycled, verkocht, meegenomen, vertrokken naar Verweggistan, what ever. 

Gelukkig had ik inmiddels van mijn vader zijn afgedankte praktijk typemachine gekregen. Daarmee heb ik van alles en nog wat bij elkaar getypt. Zodra die was bezweken, kocht ik mijn eerste echte nieuwe typemachine. Bewaarziek als ik ben, kon ik het destijds niet over mijn hart verkrijgen die weg te gooien, toen de computer zijn intrede deed.

Curiosum

‘Zal ik jullie mijn oude typemachine eens laten zien?’ vroeg ik aan de kleinkids. Nieuwsgierig knikten ze. Interessant voorstel, hoorde ik hen bijna denken, weer eens wat anders. Zodra ik het deksel openklapte en de typemachine op tafel neerzette, zei de vierjarige kleinzoon verbaasd: ‘O, dat ken ik allang, dat heb ik een keer in een museum zien staan.’  

Daarna legde ik de zesjarige uit hoe de toetsen werkten. Maar haar aanslag met haar smalle vingertjes was niet krachtig genoeg, er gebeurde niets. Dus ik deed haar voor hoe je je vingertoppen als een bombardement op de toetsen moest laten vallen. 

Een vermoeiend proces voor haar. Ze fronste dan ook zorgelijk haar voorhoofd. ‘Waar komen die letters dan terecht?’ 

Ik draaide het papier uit de wagen tevoorschijn: ‘Kijk, hier ploffen ze tegen dit lint aan en dan ziet het er zo uit.’ 

Ze glimlachte toegeeflijk naar mij. ‘Ik snap het, oma, het is dus eigenlijk een grote stempelmachine.’ 

Conclusie

Na samen éen lange regel vol losse letters bij elkaar getypt te hebben besloten ze eendrachtig dat ze er geen zin meer in hadden. Veel te veel gedoe. Liever een ander spelletje. De zesjarige spreidde verontschuldigend haar armen, met haar handpalmen naar boven gedraaid, en probeerde mij een soort troostdoekje voor het bloeden mee te geven: ‘Geeft niks dat jij dit vroeger leuk vond, oma! Iedereen is nu eenmaal anders.’ 

Tegeltjeswijsheid van een zesjarige.