Laat ik maar eerst beginnen te vertellen wie ik ben, in tijdsvolgorde. Eerst was ik de vierde dochter uit een gezin van zes kinderen, met een gelukkige en onbezorgde jeugd. Toen werd ik echtgenote, lerares Nederlands (altijd blijven werken), moeder van vier kinderen en later auteur van een aantal jeugdboeken. Wat ik nu ben? OMA! Van een kleine tsunami aan kleinkinderen. Sanne en Veerle zijn mijn oudste twee kleinkinderen, op de foto sta ik met kleinzoon Floris in mijn armen en inmiddels is nummer vier ook al in de maak.

Toen ik destijds kinderen kreeg, zei mijn moeder altijd dat het omaschap haar heel goed beviel. Misschien nog wel beter dan het moederschap. ‘Dan heb je wel de lusten, maar niet de lasten.’ Een dijk van een cliché, waar ik nu mijn wenkbrauwen bij frons, want je kan het tegenwoordig echt niet meer over LUSTEN hebben als je het over kleine kinderen hebt.

Mijn dochter vroeg me toen ze zwanger was wat voor soort oma ik zou willen worden. Een verwenoma, een oppasoma, een voorleesoma? Allemaal dingen waar ik even over nadacht en vlug weer parkeerde, want ik wilde daar niet te lang bij stilstaan. Eerst moest de baby maar gezond en wel geboren worden. Toen kwam de volgende vraag: hoe wil je dat ze je later gaan noemen? Mijn kinderen maakten daarin vroeger zelf het onderscheid: we hadden oma-en-opa-flat (mijn schoonouders in Den Haag) en oma-en-opa-schommel.  Mijn ouders, wat ik achteraf heel verbazingwekkend vind, want wij hadden vroeger in onze tuin zelf ook een schommel staan. Mijn moeder waardeerde destijds haar naam maar matig, want het klonk volgens haar alsof ze mega waggelde als een eend.

Laatst was ik bij een heel dierbare vriendin op bezoek, die uit een redelijk traditioneel gezin komt. Haar ouders werden door haar kinderen grand’père en grand’mère genoemd. Haar kleinkind van vier fladderde bij haar rond en zei tot mijn verbazing ook grand’mère tegen haar. Op verzoek van de zoon. En de andere grootmoeder? Die  heette oma zeepsop. Tja.

Ik houd het lekker simpel. Ik ben gewoon OMA. En als ik dan toch een naam moet krijgen, word ik oma Bobje.  Met mijn voornaam erachter geplakt.

Lees ook: oma zijn is bijzonder