Overleden

Op de besloten jeugdboekenpagina op Facebook verscheen het bericht dat Dirk Bracke overleden was, een Belgische schrijver die ik persoonlijk kende. Mijn echtgenoot en ik hebben in het verleden een keer bij hem en zijn vrouw gegeten en aan die avond bewaar ik nog altijd goede herinneringen. Het nieuws maakte mij weemoedig. En verdrietig en opstandig en sentimenteel en… en… en… Telkens als ik in Hulst logeerde voor het schrijverscafé, mailde ik aan Dirck of het hem uitkwam als we weer eens in het café op de markt afspraken, voor een drankje, om samen bij te kletsen? Altijd was zijn antwoord positief. 

Schrijver op school 

Natuurlijk heb ik hem vroeger als lerares Nederlands ook bij mij op school regelmatig uitgenodigd om over zijn leven en zijn boeken en achtergrondverhalen te vertellen. Hij was –door zijn zwaar Vlaamse accent af en toe ietwat onverstaanbaar-  een begenadigd verteller. Mijn leerlingen hingen aan zijn lippen. De laatste keer dat hij bij mij op schrijversbezoek kwam, was in 2006. Ik had er in alle tweede klassen -12 stuks, waarvan ik er vier had- een heus project van gemaakt. Ik begon tijdens de eerste les uit te leggen dat we een echte HEUSE schrijver op bezoek zouden krijgen. ‘Ha ha ha,’ reageerden de klassen spottend, ‘niks bijzonders, wij krijgen al les van zo iemand.’ Tja, dat vond ik toch anders. 

Ik gaf toen mijn leerlingen als huiswerk de opdracht om alles op internet op te snorren over de schrijver die wij op bezoek zouden krijgen. ‘En de volgende les moet je in de klas laten zien wat je aan informatie gevonden hebt!’ Sommigen hadden meteen maar even ook een mail naar Dirk gestuurd om hem voor te bereiden dat hij bij ons op school zou komen. En zowaar, hij stuurde direct een reactie terug! ‘U krijgt de hartelijke groeten van Dirk Bracke,’ zei een jongen bij mijn bliksemcontrole van het huiswerk. ‘Hij schreef heel aardig over u. Kent u hem persoonlijk?’ Ja dus.

Voorbereiding

Aan het begin van elk lesuur las ik een stukje uit een van zijn boeken voor, voor mij best vermoeiend, maar het gaf een gestructureerd rustpuntje en op die manier leerden ze alvast wat meer boeken en verhalen van Dirk Bracke kennen. Van sommige boeken maakte ik stencils die ze van me mochten lenen. Samen met de mediatheek had ik geregeld dat vlak voor de grote schrijversdag er in alle tweede klassen  een boekenkist zou komen, met voldoende exemplaren van de boeken van de desbetreffende schrijver. Een week lang mochten wij die boeken lenen, uiteraard tegen leengeldvergoeding. Achteraf bleek dat de boeken overal vandaan kwamen, uit allerlei verschillende Zuid-Hollandse bibliotheken. Zelfs eentje uit het dorp waar ik toen woonde. 

In een van mijn tweede klassen ontstond al gauw een run op STRAKS DOET HET GEEN PIJN MEER, een op feiten gebaseerd verhaal over incest. Dirck Bracke was een schrijver die recht voor zijn raap allerlei maatschappelijke onderwerpen wist uit te diepen. Mijn stencil viel al snel uit elkaar, zo vaak was het gelezen en menig leerling raakte teleurgesteld toen de titel voorlopig onbereikbaar bleef. ‘Geen probleem,’ troostte ik dan, ‘je kunt het boek toch altijd later eens gaan lezen?’ Nee nee, ik snapte er niets van, ze wilden het NU lezen, eigenlijk hielden ze niet zo van lezen, maar dit leek hun toch wel een bijzonder boek. 

Klacht

Plotseling werd ik op het matje geroepen bij de coördinator. Een ouder had geklaagd. Waarom ik een boek in de klas besprak die volgens de achterflap geschikt was voor kinderen vanaf vijftien jaar, terwijl haar zoon –erg vroege leerling-  nog twaalf was? Ik viel bijna van mijn stoel van verbazing. ‘Hij wilde niet slapen en heeft ’s avonds in bed liggen huilen,’ zei de coördinator streng tegen mij, ‘zo’n heftig verhaal vond hij het. Zijn moeder moest van hem dit boek ook lezen. Dat heeft ze toen gedaan en mij direct daarna opgebeld. Ze was geschokt dat je dit boek verplicht stelde.’ ‘Hallo zeg,’ wierp ik tegen, ‘de jongen wist waar het verhaal over ging en dat Dirk het had gebaseerd op wat een meisje hem had verteld. Hij had het boek ook NIET hoeven uitkiezen! Dan had een andere leerling de kans gekregen om het te lezen. De boekenkisten mogen maar een week in onze klas blijven staan. Maar nee hoor, hij wilde per se DIT boek.’

Ergernis

We staarden elkaar aan, zij ietwat bedremmeld, ik verontwaardigd. Waarna ik mijn schouders ophaalde. ‘Wat jammer dat je niet mijn telefoonnummer aan deze overbezorgde moeder hebt doorgegeven,’ zei ik luchtig, ‘zodat ze mij RECHTSTREEKS kon benaderen. Ik begrijp niet waarom ik deze klacht hier nu met jou moet bespreken. Want dan had ik de moeder kunnen uitleggen dat er niets mooiers is dan met je kind SAMEN een boek lezen en over zo’n onderwerp praten. Wat fijn trouwens om te horen dat Dirck Bracke met dit boek een dyslectische jongen die niet erg van lezen houdt zo heeft kunnen raken dat hij niet meer kon stoppen met lezen en ervan moest huilen. Zulke boeken zijn heel uniek, ja toch?’

Terwijl ik haar kamer uitwandelde, zei ik over mijn schouder: ‘Wat mij betreft is dit onderwerp gesloten. Je mag nu de klacht verder zelf afhandelen. Op jouw manier. Je kent nu mijn standpunt.’ 

En nu is Dirck Bracke er niet meer. Hij was een fijne collega, hij zou vast genoten hebben van deze anekdote! Ik zal hem gaan missen.