Mijn jongste dochter ging met haar oudere broer en zus en mijn echtgenoot een lang weekend skiën en haar kids van 7 en 5 trokken met hun vader voor de gezelligheid bij mij in.  De twee guppies hadden zich er enorm op verheugd, hoewel ze zich ook ietwat zorgen maakten om de afwezigheid van hun opa: wie moest hen nou ’s avonds hoog in de lucht gooien? Ze wisten dat mijn kippenkracht daar niet geschikt voor was. Maar daar stond tegenover dat ik wereldkampioen kietelen ben, dus dat stelde hen toch ook een beetje gerust. Er kon in ieder geval iets spannend gebeuren als ze gingen slapen.

Het volgende programma onderdeel was in hun ogen misschien zelfs nog zorgwekkender: het biefstuk bakken, een taakje dat mijn echtgenoot altijd op zich nam terwijl ik ondertussen buiten in de openlucht de frietjes bakte. Biefstuk-met-frietjes, hun lievelingseten… Kon oma eigenlijk wel biefstuk bakken?! Gelukkig slaagde ik met lof voor dit ‘experiment’ en vertelde de oudste later aan haar moeder dat mijn biefstuk nog lekkerder smaakte dan die van opa. 

‘Hoera,’ zei mijn echtgenoot met lichte spot toen hij dit hoorde, ‘geen probleem als je dit taakje van mij overneemt, hoor!’ Pfff.

De volgende ochtend begon de jongste bij het ontbijt opeens over opa Joost, de vader van zijn papa. Tijdens een zakenreis was die vroeger bij een auto-ongeluk in Amerika om het leven gekomen. Mijn schoonzoon zat toen nog op de middelbare school. Heel verdrietig rouwproces voor het achtergebleven gezinnetje. 

Mijn schoonzoon is over het sterven van zijn vader naar zijn kids toe altijd transparant geweest. Opa Joost heeft bestaan en maakt ook deel uit van hun leven, ze gaan jaarlijks mee naar zijn graf en steken als ze met hun vader ergens een kerk bezoeken altijd een kaarsje voor hem op. 

De vijfjarige beschreef met wilde armbewegingen hoe opa Joost met zijn auto van de weg was geraakt en helemaal hotseldebotsel over de kop geslagen en eruitgeslingerd en zijn lichaam nog meer hotseldebotsels onderging voordat hij… 

Hij keek me aan en probeerde mijn reactie te peilen. 

Ik dacht na. ‘Dat was toen toch wel heel zielig voor papa en jullie tante en oma,’ begon ik voorzichtig, ‘want opeens was opa Joost er niet meer en ze misten hem verschrikkelijk en waren alle drie super verdrietig. Maar toch is hij op de een of andere manier nog altijd bij hen.’ Verraste blikken, dit begrepen ze niet. Hij lag toch in een graf, met bloemetjes en een grafsteen? Weg is weg, oma. 

‘Ik zal jullie een voorbeeld geven.’ Ik legde uit dat ik de afgelopen nacht naar de toilet moest en toen heel voorzichtig opstond, zonder het licht aan te doen, en geruisloos naar de badkamer sloop. Alleen maar om opa niet wakker te maken. ‘Ik zat in het donker op de wc bril en dacht toen plotseling, wat doe je raar, opa is hier niet eens! Ik kan net zoveel lawaai maken en lichten aandoen als ik wil. Terwijl ik toch ook het gevoel had dat hij gewoon naast mij lag te slapen. Want af en toe heb ik in mijn slaap zijn kussen zelfs een por gegeven om mij meer ruimte in bed te geven. Hup, ga eens naar je eigen kant, opa! 

‘Ik kon hem in gedachten bijna horen… SNURKEN!’ 

De guppies moesten hier allebei heel hard om lachen. Die gekke oma toch! 

‘Jullie kennen opa Joost niet, maar uit de verhalen van papa en jullie tante en oma kun je wel een beetje begrijpen hoe hij geweest is. Ja toch? En anders vraag je papa om nog meer verhalen over opa Joost.’ 

De jongste knikte ijverig. ‘Ik weet ook hoe hij eruitziet.’ Waarna hij me omstandig uitlegde dat opa Joost hoog in de kast op een schilderij afgebeeld staat. Een foto achter glas, bedoelde hij daarmee, met een lijst eromheen: een lachende opa Joost in een kano, voor eeuwig peddelend…  

Ter afleiding van dit hele dode-opa-gebeuren bood ik hun een speurtocht in het bos aan, met de overgebleven chocoladekerstballen van het kerstbord. Instemmend gejoel. Tot de zevenjarige plotseling opmerkte: ‘Maar zijn dit niet de kerstballen van opa’s kerstbord?’  

Ik kon niet anders dan met schaamrood op de kaken bekennen dat ze gelijk had. En dat hij het vast niet erg zou vinden als zijn kleinkids ze zouden opeten. Na de speurtocht. 

Tja, mijn opa, mijn opa, mijn opa, er is niemand in de wereld zoals hij…