Zes jaar werd ze, onze kleindochter. De voorpret was immens, haar verjaardag was al weken bij het face timen HET gespreksonderwerp: ‘Als ik straks jarig ben, oma, dan…’  Ze had samen met mijn dochter alles tot in detail besproken, variërend van de traktatie op school, het aantal kindertjes dat op haar partijtje mocht komen, de speeltjes en in het bijzonder het verjaardagseten: patat met bitterballen. En natuurlijk mochten wij ook komen. Allemaal heel herkenbaar voor een zesjarige.

Al die tijd had haar broertje van drie aandachtig meegeluisterd en vooral intens met zijn zus meegeleefd, want straks… ja straks is ZIJN verjaardag aan de beurt! Dat weet hij inmiddels als driejarige ervaringsdeskundige. 

Eindelijk! 

Toen wij op de bewuste dag naar binnen liepen, vloog de jarige in haar prinsessenjurk met bijpassend prachtige papieren feestmuts ademloos in onze armen. ‘Ik ben vandaag jarig!’ Natuurlijk deden wij net alsof wij daar NIETS van afwisten, o jee, helemaal vergeten, we hebben geen cadeau bij ons, wat stom van ons, maar daar vloog mevrouw niet in. Ze schatte onze intelligentie blijkbaar hoger in. 

Haar volgende opdracht: of we alsjeblieft haar cadeau vakkundig wilden verstoppen? Dat bleek al snel een mission impossible te zijn, want ze had het cadeau binnen drie seconden achter de kussens op de bank tevoorschijn gevist. Gelukkig kondigden toen de volgende bezoekers zich aan en stonden die hetzelfde ritueel te wachten. 

Anti duimen

Al die tijd genoot haar broertje met volle teugen mee. In gedachten zag ik hem al een eigen secenario in elkaar zetten voor ZIJN verjaardagsfeestje in augustus. Op een gegeven moment trok hij me een beetje opzij, weg uit de drukte, en stak vol trots zijn duim omhoog. 

‘Oma, kijk eens?’ 

Er zat een pleister om. Ik deed alsof ik hevig schrok, want ik wist dat hij van het duimen probeerde af te komen en riep medelijdend: ‘Ahhhhh! Heb je je pijn gedaan? Bloedde het heel erg?’ Hij rolde om van het lachen. Die domme domme oma toch! Toen ik daarna vroeg of het vies was, knikt hij ernstig van ja. 

‘Wil jij ook eens proberen, oma?’ 

En voordat ik iets kon zeggen, kreeg ik zijn duim-met-natte-pleister in mijn mond geduwd. Ik sabbelde er aandachtig op en bood hem op mijn beurt MIJN duim aan, maar die weigerde hij beleefd. NEE, hou dat oudedameslichaamsdeel maar bij je, lieve oma! Geen belangstelling!

Voorbij

Toen de jarige job ten slotte doodmoe en uitgefeest en intens tevreden in haar bed lag, zonder dikke tranen dat haar prachtige verjaardag alweer voorbij was, en ook haar broertje  door ons was toegedekt, gingen wij naar huis. 

‘Kijk eens naar boven,’ zei mijn echtgenoot, ‘daar staat het kleine mannetje.’ Onze kleinzoon was in zijn kamer boven op de tafel geklommen en stond -met zijn neus tegen het raam geplakt- ons na te wuiven. 

Mijn dochter vertelde me later dat zij hem via de babyfoon telkens hoorde herhalen: ‘Dag lieve oma, dag lieve opa!’ Een aandoenlijk gezicht.

Ik was trots op hem. Geen moment was hij die dag jaloers geweest op zijn jarige zus. 

Straks 

Ik ben benieuwd welk scenario onze kleinzoon inmiddels in gedachten voor zijn eigen verjaardag in elkaar heeft geflanst. Hij houdt van regelen, van bedenken. Maar tot dusver heeft hij er zich nog niet over uit gelaten. 

Het voorpret virus heeft blijkbaar nog niet toegeslagen.