De tijd vliegt

Ruim twee jaar geleden werd Sofieke geboren, mijn jongste kleinkind. Ze had een moeilijke start, zodat ik haar vanaf haar geboorte eigenlijk geen moment echt lang in mijn armen heb gehouden. Daarna kwam tante Corona op bezoek, en moest ik haar op afstand gaan bewonderen. Ze herkende mij inmiddels wel, want zodra ze met facetimen mijn hoofd zag, begon ze al te lachen en met haar benen te spartelen: o ja, die ene witharige bejaarde vrouw van het kleine beeldschermpje, die af en toe liedjes voor mij zingt en gekke gezichten trekt, dat is mijn oma! Ha ha ha, oma, trek je blik amusement alvast maar weer open! Ik luister!

Een bijzonder moment

Op Veerles verjaardag was tante Corona gelukkig weer vertrokken. We begroetten uiteraard eerst de ouders en toen de kleinkinderen en knuffelden vooral de twee oudsten nog eens extra, die al startklaar stonden met hun rapport om hun spaarpot bij te kunnen spekken. Opeens voelde ik hoe iemand aan mijn mouw trok. Sofieke! Ze wees parmantig op haar buik, zei met haar lage stemmetje heel helder verstaanbaar ik-sofieke-ik-wil-ook-knuffel, en strekte haar armen naar mij uit. Mijn hart smolt. Ik tilde haar op en ze legde haar hoofd in het kuiltje van mijn nek en nestelde zich vol vertrouwen tegen me aan en ik kietelde haar tot ze slap van het lachen was geworden. 

Eindelijk!

Daarna trok ze me mee naar de boekenkast, want ze wilde graag voorgelezen worden. Net als haar zussen, blijkbaar had ze mij dat wel eens zien doen. De keuze van het boek was gauw gemaakt, die met heel veel dieren erin, het enige wat tussen ons nog enige discussie opleverde was de plek WAAR.  Buiten in de tuin, dat kwamen we al snel samen overeen, want het was deze zondag prachtig weer en iedereen zat in de tuin. Mijn voorkeur ging uit naar Sofieke-op-schoot, maar daar had ze opeens andere ideeën over. Nee, oma, dat kleine stoeltje naast jou, dat had ik al voor mezelf klaargezet, ik wil op dezelfde manier als mijn zussen voorgelezen worden! Ik ben al twee en ik zeg dus NEE!

Ze had pech. Ik hield mijn poot stijf en uiteindelijk kroop Sofieke toch bij mij op schoot en kon ik samen met haar aan alle dierengeluiden beginnen. We miauwden, blaften, kakelden, knorden, piepten, loeiden, hinnikten etc. er allebei flink op los en ze wees me tegelijkertijd alle oren en ogen en neuzen per dier aan. Tot we bij de zeehond beland waren, toen aarzelde ik. Wat deed een zeehond ook alweer? Ik was het gewoon even helemaal kwijt, ik had net de aap afgewerkt, met uitbundig krabben-in-klotsende-oksels-en-krijsen. Gelukkig liep er toevallig een kleinkind in onze buurt rond aan wie ik het snel even kon vragen. Met een medelijdende blik in mijn richting, omaaaaaa, weet je dat nou echt niet meer, produceerde hij een hoog gilgeluid dat bijna dwars door mijn trommelvliezen sneed. Niet om aan te horen!

De giraf heb ik daarna snel maar overgeslagen. Weet ik veel?! Dat beest mummelt blaadjes uit bomen, tot zover ging mijn kennis. Vervolgens hoefden we de rest van het boek niet meer te lezen, want de borrelhappen kwamen eraan en tegen zo’n aantrekkingskracht kan je als oma niet meer op. Ik ken inmiddels mijn plaats, ha ha ha! 

Wat doet een oma? Nou, DAT geluid…