Laatst kwam ik het fotoboek tegen dat mijn ex-schoondochter destijds had gemaakt over hun eerstgeboren kind. Voorin stond het speciaal aan ons gerichte voorwoord van onze zoon en haar, heel lief allemaal, en wij waren natuurlijk voor honderd procent de trotse opa en oma. Daarna talloze foto’s van de zwangerschap, de dikke buik, het kinderkamertje, de eerste kleertjes etc. Twijfelend hield ik het boek in mijn handen: wat moest ik hier nou mee? Inmiddels waren mijn zoon en zij al bijna zes jaar gescheiden en had ik haar ook niet meer gezien of gesproken. 

Ik belde hem op. ‘Mag ik het fotoboek aan onze kleinzoon geven, de eerstvolgende keer dat ik bij jullie ben?’ Dat vond hij geen probleem.

‘Hee, dit boek ligt ook bij mama,’ reageerde de kleinzoon enthousiast, waarna hij er verrukt in ging bladeren. ‘Kijk, hier zit ik bij mama nog in de buik, hier ben ik net geboren, hier…’ Bla bla bla, allemaal opsomfeitjes.

‘Zal ik jou vertellen wat IK op deze foto’s zie?’ polste ik hem. Hij hoefde niet lang na te denken: een andere manier van voorlezen en hij als hoofdpersoon? Dat was nog eens een goed idee van oma! Nieuwsgierig nestelde hij zich dichter tegen me aan en ik stak van wal. 

‘Toen jij net geboren was, noemde ik jou voor de grap een klein aardappelmannetje, want je had heel magere armpjes en beentjes.’ Tja, de laatste weken minder hard gegroeid en ook nog te vroeg geboren, dat hakt er wel in. 

‘Maar ik vond je direct heel schattig, hoor.’

Hij knikte ijverig. Bekend verhaal voor hem.

‘Papa hield ook al meteen van me toen hij me zag. Dat heeft hij me zelf verteld. Maar toen kende ik hem nog niet. Dat kwam pas later.’ 

Klein meneertje wijsneus, glimlachte ik vertederd.

‘Wist je trouwens dat ik in het begin een nacht bij jouw moeder geslapen heb, op de plek van papa, om haar een beetje met jou te helpen?’

Nee, daar had hij geen idee van. 

‘Ik liet jouw moeder toen zien hoe jij je in mijn armen doodstil hield. Je herkende mijn hartslag en stem niet en ik rook ook anders, niet zo naar melk als jouw moeder.’ 

Zijn zusje zat naast me mee te luisteren en snuffelde als een hondje aan mij. 

‘Jij ruikt altijd naar parfum, oma.’ 

Haar broer gebaarde ongeduldig dat ze haar mond moest houden, oma was over HEM aan het vertellen. 

Ik schoot in de lach en vervolgde: ‘Maar toen had ik expres niets opgedaan. Baby’tjes houden niet zo van parfum. Je hield je gedeisd, wie o wie houdt me nu vast, want zodra jouw moeder je van mij overnam, ging je als een malle om je heen happen. Waar blijft mijn melk nou, opschieten joh!’ Hij rolde om van plezier.

Op een van de volgende foto’s staan mijn echtgenoot en ik afgebeeld, samen met de kleinzoon dobberend in het pierenbadje van het stadszwembad. Wij houden zijn spartelende lijfje stevig vast, terwijl onze ex-schoondochter uiteraard de foto maakte. Niets bijzonders verder op te zien. In de rest van het boek komen we niet meer voor.

‘Weet je wat opa na dit pierenbadje met jou ging ondernemen?’

Hij haalde zijn schouders op. Stomme vraag, hoorde ik hem bijna denken.

‘Daar was ik toch veel te klein voor, oma. Dat herinner ik me echt niet meer.’ 

‘Hij nam jou mee naar de wildwaterbaan en ging met jou rondjes draaien, met de stroming mee. Telkens zag ik opa voorbij racen, met jou dicht tegen zich aan, je hoofdje veilig boven water houdend, en je kraaide het uit van plezier.’

Zijn ogen werden groot van verbazing. ‘Echt waar?’

‘Echt waar,’ bevestigde ik, maar hij moest voor de zekerheid het verhaal ook nog even bij zijn opa checken. 

Toen zuchtte hij. ‘Wat jammer dat ik daar nou niets meer van weet.’

Tja.