Elke twee weken schrijft mijn moeder, oma Bobje, een stukje ter lering en vermaak. Vandaag is het weer zo ver, dus geniet!

Gisteren voor het eerst opgepast op ons vierde kleinkind. Ze had net gegeten en was duidelijk nog niet toe aan een slaapje. De zon scheen heerlijk, er stond een matig windje, kortom, mijn echtgenoot en ik doken gezellig achter de kinderwagen snel even de stad in. Niet te ver, want ik had afgelopen zaterdag een halve doodsmak gemaakt op de rand van het zwembad en liep enigszins krom van de pijn. Gelukkig niets gebroken, ook niet mijn hoofd gestoten, alleen maar mijn eigen schuld dat ik was uitgegleden en ongelukkig op mijn heup was terechtgekomen en die pijn, ach, dat gaat vanzelf over. Zo redeneerde ik. Ik voelde mezelf vrolijk en blij en vooral ook een trotse oma zoals wij daar met zijn drieën in het zonnetje liepen en lapte het pijnlijke gevoel in mijn heup bij elke stap die ik zette aan mijn laars. Eigenlijk verheugde ik me er ook stiekem op dat we misschien ergens zouden gaan lunchen, zodat ik trots aan degene die ons zou helpen de mooie kleindochter zou kunnen laten zien. Wat een zoeterd, wat een lief kindje, wat kan ze al goed doorslapen! Ja, ja, geef ons maar veel complimentjes, die geven we dan wel aan de ouders door!

Lees ook:Wat hebben een paarse muts, een boos kind en een EO-liedje gemeen met elkaar?

Dit soort dingen moet je dus NOOIT denken. Ze was klaarwakker en staarde me met haar helderblauwe ogen af en toe recht aan. Ook omhoog, naar de door de wind bewegende bladeren, want bladeren vindt ze een mega interessante uitvinding. Soms even een frons van irritatie als ze het lawaai van het verkeer buiten de bescherming van haar kinderwagen opvangt. Maar het leek erop dat ze net zo goedgehumeurd was als wij. Tot ze echt moe begon te worden en ik de eerste kleine alarmkreet opving. Ik schrok. Ze kan namelijk een oorverdovende sirene opzetten, haar enige methode om haar omgeving duidelijk te maken dat iets haar niet helemaal bevalt. Ik realiseerde me tegelijkertijd dat ik niet goed had geluisterd naar de raadgevingen van mijn schoonzoon: ‘Als ze TOE is aan een slaapje, kan ze wel eens geïrriteerd raken, omdat ze geen zin heeft om te gaan slapen en dan is een speentje de uitkomst. Duw het ding in haar mondje en kijk maar of het lukt.’ ‘We zijn het speentje vergeten,’ zei ik zorgelijk tegen mijn echtgenoot. ‘Misschien hebben ze een reservespeen in dit mandje,’ opperde hij. En hij begon alvast verwoed te rommelen in het bij de kinderwagen behorende mandje. Toevallig is hij wereldkampioen NIET-KUNNEN-ZOEKEN en moet ik hem vaak erbij helpen, maar door mijn valpartij kon ik niet bukken of voorover gebogen staan. Hij moest deze klus dit keer alleen klaren. Ondertussen hoorden wij vanuit de kinderwagen steeds heftiger verontwaardigd gepruttel komen. We besloten onze plannen acuut om te gooien en terug naar huis te gaan en verhoogden ons tempo. Pijn, pijn, pijn, waar ik niet op wilde letten, maar we hebben het gehaald! Bij de voordeur was onze kleindochter braaf in slaap gesukkeld en werd per ongeluk bijna wakker toen we haar overhevelden naar de box. Maar de moeheid overwon. Dankzij het speentje. Ze sliep vervolgens de diepe roze-rozen-en-engeltjes-slaap van een gezonde en gelukkige baby. ‘Mam,’ zei mijn dochter later toen ik haar het verhaal vertelde, ‘natuurlijk hebben wij in de luiertas een reservespeen zitten. Wat denk je zelf?’

Ons vierde kleinkind inmiddels en toch voelde ik mij gisteren ineens weer een onervaren oma die zich niet goed had voorbereid… Grappig eigenlijk.

Zou oma het niet meer vergeten als ze de duurste speen ter wereld zou hebben?