We waren onlangs met vakantie, mijn echtgenoot en ik. Heerlijk twee weken met zijn tweeën pierewaaien in Sicilië, veel cultuur bezichtigen en natuur opsnuiven en ook  gezellig samen terrasjes pakken en twee keer per dag uit eten! Ik ben drie pond aangekomen, snif, terwijl ik stiekem hoopte dat mijn heimwee naar de kleinkinderen wel eens goed voor de slanke lijn zou kunnen zijn. Vooral het facetimen met hen begon ik steeds meer te missen. Vaak had het hotel een zwakke wifi verbinding en daarmee hield hun belangstelling ook snel op. Op een gegeven moment hadden we toch even contact. ‘Sanne, kom eens kijken, nu kun je oma wel zien. Ze is met vakantie, met opa, weet je nog?’ Sanne keek verstoord op. Van haar gezicht kon ik aflezen dat ze echt geen zin had om op te staan en voor de zoveelste keer hallo in de mobiel te roepen tegen een zwart scherm. ‘Waar zit ze nu dan?’ informeerde ze wantrouwend. ‘In Italië, net als wij toen,’ probeerde mijn dochter haar over te halen. Italië staat in Sannes geheugen gegrift als zwemmen, valpartij, gebroken been en VEEL ijsjes. Haar poging had succes en Sannes gezicht verscheen even later op het beeldscherm. ‘Hoi oma.’ ‘Zal ik je laten zien waar we nu zijn?’ vroeg ik. Ze knikte. Ik toonde haar ons uitzicht op zee uit de hotelkamer. Haar interesse begon te groeien. De zee kende ze wel. Daarna het zwembad onder ons raam. ‘Als ik uit het raam klim, plons ik zo naar beneden, het water in. Maar nu is het daar nog te koud voor.’ Ik zag haar aarzelen of dat geen vreemd verhaal was? Maar toen ze moest concluderen dat ik wat het plonzen betreft gelijk had, zei ze beslist: ‘Dag oma,’ en verdween weer uit beeld. Genoeg oma-stuff voor vandaag, zal ze gedacht hebben.

Voor onze laatste overnachting hadden we een B&B geboekt, bij een echtpaar met twee kinderen. Een meisje van tien en een jongetje van zeven. Het meisje leerde al Engels op school. Toen ik haar voor de grap vroeg hoe het met haar was, in het Engels uiteraard, antwoordde ze met een prachtig Engels accent : ‘I am fine, thank you madame.’ Ze glunderde bij mijn compliment. De volgende morgen bij het ontbijt na een vermoeiende nacht, dankzij een paar muggen die samen om het wereldkampioenschap steken streden, kwam het echtpaar ons vragen hoe het verblijf bij hen ons bevallen was. Ik probeerde net een beetje wakker te worden bij een kopje koffie en liet het gesprek over aan mijn echtgenoot.  Ik vond het flauw om te gaan lopen muggenziften over een stelletje doorgedraaide insecten. Hij reageerde blij en vrolijk op hun vraag en begon een heel verhaal af te steken hoe hij als vijftienjarige verliefd was geweest op een leuk Italiaans meisje, tijdens een vakantie, en van haar een Italiaans liedje had geleerd. Een tophit destijds. En voor mijn slaperige gezicht begon hij opeens luidkeels te zingen. Het echtpaar zong direct enthousiast mee. Ja, natuurlijk kenden zij die song ook! En ja, inderdaad heel beroemd! Ze ontdekten daarna met zijn drieën dat ZIJ toen nog niet eens geboren waren. Nog meer gelach. Kleine generatiekloof, dacht ik, terwijl ik genietend mijn koffie leegdronk en voelde hoe de cafeïne plug me opkikkerde. De dochter kwam op het vroege lawaai af, nieuwsgierig wat er aan de hand was. Haar ouders legden het haar uit. Ze bekeek ons of we alle vier van een andere planeet kwamen. Daarna vertelde ik over het liedje DE WIELEN VAN DE BUS GAAN ROND EN ROND, dat onze kleinkinderen daar zo dol op zijn en er allerlei bewegingen bij maken en dat we datzelfde liedje tot in den treure in de bullit trein in China hadden gehoord. Ik zong het eerste couplet voor en vroeg haar in het Engels: ‘Ken jij dit liedje ook?’ Ze fronste haar voorhoofd. Ja, ze herkende de melodie, die had ze wel eens ergens gehoord, geloofde ze. ‘En hoe klinkt het dan in het Italiaans?’ Er viel een stilte, waarin ze naar het plafond staarde, heen en weer wiebelde, haar handen open en dicht vouwde en toen iets onverstaanbaars mompelde tegen haar ouders. Ik stond bijna op het punt om het couplet nogmaals te gaan zingen, maar nu met de bewegingen erbij, toen haar moeder haar te hulp schoot: ‘Haar broertje kent het liedje wel, zegt ze. Maar die ligt nu nog te slapen.‘ Ik schoot in de lach en begreep haar wel:  ze voelde zich te groot om voor ons, vreemdelingen, een PEUTERLIEDJE te gaan staan zingen. What do you think yourself, vreemde mevrouw, ik ben al tien en leer al Engels op school!

Later vertelde haar vader vol trots dat ze veel las en hij liet ons een paar van haar boeken zien. Young adult, volledig middelbare school niveau! Toen ik haar complimenteerde dat ze zo’n leesbeest was, knap hoor, straalde ze. En ik? Ik miste mijn kleinkinderen, ik miste het samen liedjes zingen en voorlezen, en was blij dat we weer terug naar huis gingen.

Lees ook: Hoe Veerle haar watervrees overwon