Thema

Gisteren heb ik het boek OMMOUW MIJ van Ted van Lieshout gekocht en uiteraard direct gelezen en ik was ervan onder de indruk. Een geniaal concept om oude kledingstukken als thema te nemen, daar foto’s van te maken, met gedichten eromheen, die af en toe erg grappig zijn en af en toe ook gevoelens van weemoed en ontroering, met een traantje, bij me weten te ontlokken. Terwijl ik helemaal niet zo snel mijn emoties laat merken. Tja, vierde in een gezin, met drie grote zussen die met hun verbale gewicht soms boven op me konden ‘zitten’ om me te verpletteren. Een mooi gemaakt boek van Ted, met een gezellig rood lintje als bladwijzer. Ideaal om snel even (voor) te lezen, vermoed ik. 

Bewaard

Sinds wij aan het ontspullen zijn geslagen (Ted, ga jij dat ooit nog doen? Krijgen we hierna misschien gedichten over je meubels te lezen?), heb ik eigenlijk niet echt meer veel oude kleren die ik nostalgisch bewaar. Op eentje na: mijn trouwjurk, die zit op de bank, om een etalagepop heen gedrapeerd die ik destijds van de jongste dochter overgenomen heb. Inmiddels zijn we dus vijftig jaar getrouwd en ziet de stof er redelijk mottig en verkleurd uit, maar ze MOET het nog even volhouden! 

Gouden huwelijk

Tot mijn grote verrassing kregen we van de burgemeester zowaar opeens een bloemstuk opgestuurd, om ons huwelijk namens de gemeente te verbloemrijken! Als we straks/ooit de 60 aantikken, komt hij zelfs hoogstpersoonlijk het bloemstuk brengen. Arme man, hoe verwerkt hij dan de aanblik van mijn helemaal tot de draad toe versleten trouwjurk? Aan een pop waarvan de handen soms scheef aan de armen vastgedraaid zitten, dankzij lichtelijke sloopneigingen van sommige kleinkinderen?

‘U ziet er als oude bruid beslist beter geconserveerd uit,’ zou hij zoiets aardigs zeggen? Ik hoop het maar.

Weg ermee

Ted heeft zelfs een muts bewaard die van zijn overleden broertje is geweest. Bij onze laatste verhuizing heb ik het wollen vest van mijn moeder, toen al veertien jaar dood, weggegooid. Er hing nog een vleugje van haar lichaamsgeur in, maar ik wist niet meer waarom ik het nog langer zou moeten bewaren. Ik maakte ons huis eigenlijk al een beetje ‘kleinkindklaar’, hoewel ik het toen nog niet over mijn hart kon verkrijgen om die paar babyspulletjes -per kind bewaard- al weg te gooien. 

Reactie

Ik verheugde me er toen stiekem een beetje op dat ik bij onze kinderen dan triomfantelijk dat ene schattige jurkje, dat allerdoddigste T-shirtje, o, herinner je je nog dat stoere gele zwembroekje dat jullie alle vier gedragen hebben, tevoorschijn zou halen en we allebei smolten bij de herinnering. 

De werkelijkheid achterhaalde me. Gedateerd en oud en te veel seizoensgebonden, mama! Wat moeten we ermee? Twee van de tien kleinkinderen heeft uit respect voor mijn bewaarziekte zeggen en schrijven éen keer het bewuste kledingstukje gedragen, dat  na de speciaal voor oma gemaakte ‘nostalgische’ foto vervolgens met welbehagen werd weggekieperd. Hetzelfde lot wachtte het (inmiddels te lang) bewaarde speelgoed en zelfs de prenten- en jeugdboeken. 

Gevolg

Natuurlijk geef ik nu zoveel mogelijk alles weg. Ik overleg eerst met de kleinkids of ze nog graag dat ene boek voorgelezen willen krijgen? En dat houten keukentje, hoe zit het daarmee? Want anders… 

Toch kan zo’n kleinkind ook plotseling naar een boek vragen dat ik ALLANG naar Verweggistan heb gebracht: ‘Die wil ik graag weer horen, oma. Die vond ik toen zo leuk.’ 

Ja, duh…