Waardering

Met alle kleinkinderen facetime ik regelmatig. Ik merk dat de oudere kleinkids al een beetje de neiging krijgen om diep te zuchten als hun moeder mij belt en te roepen dat het NU echt even niet uitkomt, oma, volgende keer beter, hier heb je mama terug. 

Degene die altijd blij verrast op mijn stem reageert is Noor.  Eerst staart ze in het schermpje strak naar mijn hoofd, met gefronste wenkbrauwen, aarzelend of ik het inderdaad ben, o ja, dit is oma! Zodra ik dan mijn standaard fluitgeluid produceer, verschijnt er een brede grijns op haar gezicht en begint ze enthousiast met haar benen en armen te trappelen en te zwaaien. Ja, ja ja, ik herken je, jij bent mijn fluitmachine! Ik heb het een keer geprobeerd met een andere melodie, maar dan is haar reactie toch anders. Minder geïnteresseerd. Voor haar is de herkenbaarheid blijkbaar heel belangrijk en dat gevoel gun ik haar ook. Nou ja, dan voel ik me ook meer door haar gewaardeerd, dat moet ik eerlijk bekennen, en zijn beide partijen gelukkig. En ik hou van haar stralende gezicht. 

Muziek

Ooit heb ik in een impuls aankoopdrang een houten mengbord gekocht voor de kleinkids, met een xylofoon, trommel, triangel en koperen bekken erop. Om samen muziek eh… lawaai te maken. Het ding is een groot succes, vooral bij Noor. Ik ontdekte laatst toen het hele gezinnetje bij ons was dat ze een sprongetje heeft gemaakt in haar ontwikkeling. Ze ramt niet meer met de houten stokjes doelloos op de xylofoon, maar probeert inderdaad een melodietje te creëren. Beginnende toonladders, dat wel, laten we nu niet al teveel gaan opscheppen. Maar ze werkt er aan, zou je tegenwoordig zeggen.

Het geluid was nu toch melodieus genoeg om Sofiekes aandacht te trekken. Nieuwsgierig 

plofte ze naast Noor en mij neer en ik kon nog net voorkomen dat ze een van de houten stokjes van haar zus afpakte. Wat ik haar uiteraard verbood. Mmm, oma is het niet met me eens, dus iets anders bedenken, begreep ik uit haar zucht. 

Een zware klus.

Sofieke stortte zich toen op het bekken. Natuurlijk weet ik dat na de tsunami aan kleinkids die hun talenten op het mengbord uitprobeerden, dit muziekonderdeel inmiddels verdacht los is gaan zitten, maar Sofieke was hiervan blijkbaar nog beter op de hoogte, want oma, kijk eens, het ding kan zomaar uit het mengbord getrokken worden! ‘Kapot,’ meldde ze tevreden, terwijl Noor een schuine blik in haar richting wierp en een bozig geluid maakte. Waarop Sofieke snel het bekken terugzette in het gaatje: 

‘En nu weer gemaakt.’ 

Dit proces herhaalde zich een aantal keren, kapot, nu weer gemaakt, kapot, nu weer gemaakt, Noor telkens weer gefrustreerd reagerend, met Sofieke in haar rol als de grote herstelklusser en ik in de luidruchtige applausmodus. Want ze waren toch wel alleraandoenlijkst samen bezig. 

Tot ik voorstelde om maar weer aan de ‘Wiele wiele stap’ voorlezerij te gaan en we Noor in haar eentje verder lieten ‘componeren’.

Tot slot

Later beschreef ik dit voorval aan een vriendin en zij zei dat ze het hele gebeuren schattig vond. ‘Ze spelen echt met elkaar, wat leuk!’ Toch had ik achteraf gezien ergens ook een beetje mijn twijfels. Sofieke had wel ERRUG veel plezier in haar eigen reparatiedrang! Waar ligt de grens tussen samen spelen en je zus voor de gek houden?

Het mengbord is in ieder geval nog steeds (bijna) heel en blijft een oorverdovend succes.