Met de kleinkinderen zit ik nu in de tanden-wissel-fase. Erg leuk! Altijd is er wel eentje die me vol trots laat zien dat zijn/haar tand aan het wiebelen is geslagen en ik mag ook altijd even voelen hoe hoog de wiebel status is. ‘Oma, als je gaat slapen en je legt je tand onder je kussen, dan komt de tandenfee langs en die ruilt je tand om voor misschien wel een euro, wist jij dat?’ Hoe vaak ik dit verhaal gehoord en de hebberige dollartekens in die glanzende ogen opgemerkt heb… De geschiedenis herhaalt zich gewoon.

Ajakkes

Mijn kinderen waarschuwen tegenwoordig hun eigen kinderen dat ze bij het wisselen moeten uitkijken voor opa: ‘Als je niet uitkijkt, haalt die onmiddellijk zijn zakdoek tevoorschijn, om je tand eruit te trekken.’ Bij die herinnering van vroeger griezelen ze nog steeds na. ‘Met zijn snotlap deed hij het, zijn vieze volgesnoten zakdoek!’ Waarbij ze gemakshalve weglaten dat dat voor hen een veel lucratiever bedrijfje was dan dat hele gedoe met die tandenfee. Want mijn echtgenoot beloonde hen daarna royaal voor hun betoonde moed.

Vroeger

In de gang heb ik een koperen doosje staan waarin ik alle gewisselde tandjes van de kinderen bewaard heb. Een waar knekelbergje. Bij sommige tandjes kan ik uitleggen van wiens kind die geweest zullen zijn. Want een van onze dochters had uitzonderlijk kleine melktandjes. Bij een ander tandje, zo eentje met een lange wortel er nog aan, vertel ik steevast het verhaal van mijn zoon, die als tweejarige in de trap beet en zichzelf een melktandje trok, alleen maar om te verhinderen dat ik met de jongste aanwinst in mijn armen naar beneden liep: ‘Baby niet mee, baby niet mee.’  

Controle

Toen ik laatst aan de kinderen vroeg of ze nog belangstelling hadden voor de inhoud van het doosje, reageerden ze stomverbaasd: ‘Heb je die rotzooi nog altijd bewaard? Weggooien, mam!’ Om vervolgens aan de tandarts -bij een controlebezoek, ook voor een van de kleinkids- uitgebreid te vertellen dat oma… Waarop de tandarts mee griezelde. 

Conclusie

Nou ja, de tandjes zien er langzamerhand inderdaad redelijk knokerig en vergeeld uit. Maar elk kleinkind vindt het heerlijk om in het doosje te graaien en mijn verhalen erbij te horen: ‘Die tand is toch van papa geweest, hè oma? Toen hij nog een kleintje was. Ik ben nu al veel ouder. O kijk, hier zit zelfs nog een beetje bloed aan!’ Gratis griezelen.

Ik blijf al die tandjes lekker toch bewaren tot mijn allerjongste kleinkind ook begint te wisselen en daarna kieper ik ALLE tandjes in de knutseldoos, om er met wie wil meedoen MONSTERS mee te maken. Monsters-met-echte-tanden! Ha!