‘Mam, wat doe je met Pasen?’ Altijd dezelfde vraag, waar eigenlijk mee bedoeld wordt: ‘Welk gezinnetje is straks bij jullie neergestreken? Kunnen wij komen?’ Ook dit jaar hadden we weer twee dagen volle bak, hoewel ik te laat met organiseren startte, want alle paashazen waren inmiddels uitverkocht toen ik op chocoladejacht ging. Toch waren de kleinkids uitermate tevreden over hun buit, een zakje met mini chocoladehaasjes. 

En niemand klaagde dat ik voor de zoveelste keer niet aan eieren verstoppen deed. Veel te veel gedoe. Nou ja, eigenlijk ook een beetje vergeten.

Prachtig

’s Avonds aan tafel (als ‘hoofd van de paascatering’ had ik bedacht dat biefstuk met frietjes en sla een uitermate kindvriendelijk en feestelijk paasmaal zou kunnen zijn) maakten wij een aandoenlijk moment mee. We zaten met zijn allen heerlijk te smikkelen. Noor uiteraard ook, die houdt erg van gezelligheid en lekker eten. Toen we allemaal ergens om moesten lachen, geen idee meer waarom, keek ze ons een voor een stralend aan en lachte keihard met ons mee, uitbundig met haar benen spartelend en met haar armen zwaaiend. Lang leve de paaslol samen! Waarop wij weer in de lach schoten, omdat we haar reactie zo schattig vonden. En ik mijn tranen wegslikte: zo’n sentimenteel snotterende paasoma aan tafel, dat vind ik maar niks. 

Help!

De volgende morgen ontstond er een klein dramaatje. Veerle kwam namelijk tot de ontdekking dat opa (hij ontkent de ‘misdaad’) haar mooiste tekening van de eeuw per ongeluk had getransformeerd tot een vegrommeld propje bij het oud papier. Even dreigde de gezellige paassfeer te veranderen in een oeverloos groot verdriet, maar gelukkig was ze ten slotte bereid om naar mijn oplossing te luisteren. ‘ Je hebt toch met mama en papa naar  de tv gekeken, naar een uitzending over Romeinen en Vikingen en zo?’ 

Ze knikte stom, met rood opgezwollen ogen, nog hevig nasnikkend. 

‘Nou, die verbrandden hun doden. Dat gaan wij nu ook doen. Met jouw tekening.’  

Een rituele begrafenis

We togen naar buiten, naar de oprit met de kiezels. 

‘Leg het propje maar op de grond neer en bedank je tekening dat hij zo mooi is geweest.’ Veerle keek mij even argwanend aan. Huh? Wat een gekke opmerking, oma, hoorde ik haar bijna denken. ‘Zoals Marie Kondo doet met de spulletjes die ze niet meer nodig heeft, weet je wel, die Japanse opruimgoeroe,’ voegde ik er haastig aan toe, voordat Veerle aan mijn verstandelijke vermogen zou kunnen gaan twijfelen. 

Ze gehoorzaamde braaf en daarna stak ik het propje papier in de fik.

Rook

Samen keken we toe hoe het propje papier vlamvatte en de kleuren van de tekening langzaamaan begonnen te vervagen. 

‘Als nu mensen in de buurt deze rook zien, zullen ze vast tegen elkaar zeggen dat die komt van de allermooiste tekening van de eeuw,’ mijmerde ik hardop. ‘Door JOU gemaakt. Dat maakt het extra bijzonder.’

Deze gedachtespinsel ging Veerle nu echt te ver, ze trok dan ook sceptisch een wenkbrauw op. ‘Hoe weten ze dat dan?’ 

Mijn antwoord was genadeloos: ‘Gewoon. Omdat ik fantasie heb.’

Klaar

‘Ik ga naar binnen, oma,’ was hierop Veerles nuchtere reactie. ‘Ik heb het koud.’ Met haar voet schoffelde ze de as onder de kiezels en rende opgewekt naar de voordeur.

Pfjoew, Pasen gered!