Twaalf weken na mijn bevalling sta ik weer op de verloskamers. Wat ik hier doe? Een bevalling begeleiden: mijn eerste stage van mijn vierde studiejaar is begonnen. Het is heel vreemd om hier te zijn als verloskundige, op de plek die ik pasgeleden nog verliet in een rolstoel, met een pasgeboren baby’tje in mijn armen.

Alles hier doet me denken aan mijn eigen bevalling. De geur, de mensen, de geluiden… ik mag direct aan de slag, want er is iemand die bijna persdrang heeft. Op verloskamer 2 nota bene, de kamer waar ik beviel! Als ik binnenkom sta ik even gek te kijken. Wat is deze kamer klein, in mijn beleving was het veel groter. Ik zeg dit tegen de verpleegkundige, die er hard om moet lachen.

Ik doe vandaag nog niet veel, ik moet echt weer even inkomen. Natuurlijk ben ik er een paar weken uit geweest en in die tijd is er heel veel gebeurd in mijn leven. De bevalling waarbij ik assisteer vordert niet, en al snel wordt er besloten om een keizersnee te doen. Ik mag mee naar de operatiekamer. Tussendoor kan ik mooi nog even kolven, dat is hier goed geregeld.

Op de operatiekamer maak ik foto’s van de geboorte van de baby. Als de baby ter wereld komt krijg ik helemaal kippenvel. Dit had ik eerder nooit, maar nu herken ik het gevoel van de ouders: opluchting, blijdschap en geluk, heel overweldigend. Verder trap ik in de standaard verloskundigen-terug-van-verlof valkuil: ik zie de pasgeborene en denk: oh nee, deze baby is veel te klein! Tja, als je hem vergelijkt met een baby van 12 weken wel natuurlijk. De baby blijkt 3250 gram te wegen, net zoveel als mijn zoon bij de geboorte. Die van mij was gewoon net zo klein, bizar!

Aan het einde van de dag mag ik nog een bevalling begeleiden. Ik ben nog niet helemaal mezelf. Ik vind het moeilijk om de vrouw in barensnood te zien, en te zien hoe ze de weeën weg zucht. Zelf weet ik nog zo goed hoe het voelt… mijn oude routine ben ik even helemaal kwijt, het lijkt net alsof ik weer opnieuw begin met mijn opleiding.

Ik voel me onzeker en trek alles in twijfel. Heeft mevrouw niet teveel pijn? Gaat het echt wel goed? Zullen we al gaan persen of nog even wachten? Uiteraard sta ik onder supervisie van een verloskundige van het ziekenhuis, die het van me overneemt.

Als het hechten ook niet wil lukken zie ik de verloskundige naar me kijken: is dit een vierdejaars? Het lijkt wel of ze net begonnen is! Ik word er onzeker van, en ga niet met een fijn gevoel naar huis. En dan moet ik ook nog eens haasten, want de opvang gaat om 18.00 uur dicht, en ik moet mijn baby ophalen. Wat een dag, ik ben kapot.

’s Avonds overdenk ik de dag. Oké, het ging niet zo lekker, ik moest echt weer wennen. En misschien ben ik nog niet toe aan afstuderen aan het einde van dit schooljaar, maar wat geeft dat. Ik heb wel een kind gekregen!

Vol goede moed ga ik de volgende dag weer naar het ziekenhuis voor een nieuwe stagedag. Ik doe gewoon wat ik kan. Er ligt iemand met persdrang wanneer ik de dienst overneem, en samen met de verloskundige loop ik de kamer binnen. Ik neem de leiding, en binnen een mum van tijd hebben we een baby op de wereld gezet. Het gaat als vanouds, alsof ik nooit ben weggeweest.

En zonder enige studievertraging steek ik negen maanden later mijn diploma in mijn zak. Ik ben verloskundige!

Dit was mijn laatste column voor Meervanmir. In de afgelopen weken beschreef ik hoe het was om als verloskundige in opleiding zwanger te zijn, te bevallen en de kraamtijd te beleven.

Miriam is nu zelf weer in staat om te schrijven voor haar website. Maar mocht Miriam ooit nog een vierde baby krijgen, dan houd ik me aanbevolen om weer gastcolumns te schrijven! Je kunt meer van mij lezen op mijn eigen blog: www.lisetteschrijft.nl