Laatst waren we vijftig jaar getrouwd en dat hebben we uitbundig gevierd. Geen feest met allemaal vriendengroepen die elkaar amper kennen en wij als bruidspaar alsmaar heen en weer rennen om de zogenaamde onderlinge ‘verbinding’ aan te brengen. Nee, mijn grootste wens was om het alleen met onze  kinderen en aanhang en alle kleinkids te vieren. Bij elkaar 22 man, dus een hele hoop. Naar het voorbeeld van toen wij zelf trouwden, toen hielden wij het bewust sober, omdat er een schoonzusje op sterven lag. We wilden eigenlijk later trouwen, na het afstuderen van mijn echtgenoot, maar mijn schoonouders hadden ons aangeraden om dit versneld te doen, want wie weet kon het schoonzusje er dan nog even bij zijn. Bovendien kon je -aldus mijn schoonouders- zo vlak na een begrafenis niet direct met een huwelijk op de proppen komen, dat schreef de rouwconventie nu eenmaal voor. Wij gehoorzaamden braaf. Twee weken voor de bewuste datum ging ik met mijn moeder trouwjurken uitzoeken. We werden ter plekke de bruidszaak ‘uitgegooid’, omdat het veel te laat was, mevrouw, zoiets krijgen we nooit op tijd klaar. Ik lag er niet zo van wakker. Alles kwam uiteindelijk in orde. 

Het schoonzusje is inderdaad ongeveer drie weken later overleden. Terwijl ik nog volop bezig was om bedankbriefjes te schrijven voor de prachtige cadeaus, oh wat heeft u ons er toch mee verwend, ja, het was een heerlijke dag, plofte er tegelijkertijd een rouwkaart bij de mensen in de brievenbus. 

En wij nu alweer vijftig jaar getrouwd… Met lichte weemoed dacht ik aan mijn schoonzusje terug, zo jong overleden, wat is de tijd snel voorbijgegaan… aan mijn eigen ouders, hoe ziek mijn moeder destijds was bij hùn vijftigste trouwdag. Een half jaar later overleed zij. Ja, ik wilde mijn eigen trouwdag heel graag bij ons thuis vieren. En alles gezellig intiem houden. 

Het verliep als volgt. We regelden drie grote tenten, waar per tent vier of vijf bedden in konden staan. Met een soort schemerlampje erbij. Meteen werd de grootste tent gebombardeerd tot meidentent, in de andere twee vestigden twee gezinnetjes zich. De rest belandde bij ons in huis. De volgende morgen klaagden sommige kleinkids dat de vogels buiten wel erg vroeg wakker werden, oma, wat een lawaai bij jullie ’s morgens! Hoe hou je dat vol!?

We hadden in de ochtend in kasteel Amerongen een speurtocht annex rondleiding georganiseerd, met ergens op een andere locatie een lopend buffet. Tot grote vreugde van de jongste guppies hadden ze daar zelfs HAGELSLAG voor hen klaarstaan. 

Het volgende onderdeel van het programma was ’s middags ZWEMMEN ZWEMMEN ZWEMMEN. Een bijzondere ervaring. Als je 12 kleinkids tegelijk laat zwemmen in hetzelfde zwembad, zie je alleen hun ruggen. Ze drijven allemaal met duikbrilletjes ondersteboven om naar elkaars voeten te kunnen staren, alsof ze nog nooit de blote tenen van hun neefje of nichtje gezien hebben. Gevolg: weinig interessante foto’s. Ik vroeg voor de grap aan onze zoon waarom hij niet ook te water ging, waarop hij me stomverbaasd aankeek: ‘Zie je dan niet hoe vol het zwembad is?’ 

Toen brak de avond aan. Op velerlei verzoek gingen de kleinkids buiten met elkaar gourmetten. Aan twee grote tafels. Het oudste kleinkind is bijna 13, de jongste is ruim 4, dus reken maar uit hoe de leeftijden als een tijdsharmonica in elkaar schuiven. Noor kreeg haar eten van tevoren ‘opgediend’, want haar mee te laten gourmetten zou te ingewikkeld zijn. Het eten was een groot succes! 

Gelukkig rolde hier de ultieme foto uit tevoorschijn, die ik meteen heb uitvergroot en in de gang opgehangen. Ter herinnering aan een geweldige dag, een trouwdag om nooit meer te vergeten! En… we hebben zelfs een bloemetje van de burgemeester gekregen. Terwijl ik dit zo schrijf, realiseer ik dat ik er nog niet eens voor bedankt heb. Nou ja, bij deze dan. Dank je wel, burgemeester!