Met een licht gevoel van weemoed dat de tijd zo snel voorbijgaat, las ik het stukje dat Miriam vorige week schreef over het toekomstige ongesteld worden van onze oudste kleindochter. Ik kan me nog als de dag van gisteren herinneren dat ik vroeger in de badkamer van mijn ouders een keer twee emmers zag staan, eentje met een drabbig bruine vloeistof en eentje met troebel water. Ik was nog heel jong, dat weet ik nog. Nieuwsgierig woelde ik met mijn handen door beide emmers, ha gezellig met water spelen, waarop mijn moeder onmiddellijk reageerde: ‘Viespeuk, hou daar mee op, jasses!’ Wist ik veel dat ze in die twee emmers haar gebruikte maandverbanden in verschillende stadia liet weken.  

Niks verspillen

Vroeger gebruikte je enorme lappen stof als maandverband, waarvan je de uiteinden aan een jarretel moest vastknopen. Dat moet irritant gefrunnik zijn geweest. Net als de katoenen luiers gooide je de gebruikte maandverband na gebruik niet weg, nee, uitkoken die handel! 

De eerste wegwerpluiers van mijn jongste zusje bestonden uit twee lagen dun gaas met een soort vlokkig katoen ertussen, dat je leuk uit elkaar kon trekken tot pluisjes en de lucht inblazen.

Voorbereid

De eerste wegwerpmaandverbanden zagen er eigenlijk hetzelfde uit, alleen verschilden ze uiteraard van formaat. Logisch. Ik was destijds tot in details goed voorgelicht dat mijn lichaam conform mijn leeftijd aan het veranderen was, van de eerste schaam- en okselharen tot beginnende borstjes, au, als iemand daar per ongeluk/expres tegen aanstootte. Ik hoefde dus niet te schrikken, waarschuwde mijn moeder, als ik plotseling op een dag zou merken dat ik een beetje bloedverlies had. Natuurlijk vergat ik alles weer, tot mijn dertiende verjaardag was aangebroken. 

Een speciaal cadeautje

Precies op die dag werd ik namelijk voor het eerst ongesteld. Ik had totaal niets in de gaten gehad, maar mijn vader registreerde kennelijk dat ik op de een of andere doorgelekt was, want hij zei tegen mijn moeder dat ze even met mij naar de badkamer moest. Mijn oudere zusje vloog ons achterna. ‘Wat is er met haar, wat is er met haar?’ Ondanks mijn voorkennis was ik toch wel een beetje onder de indruk van de hoeveelheid helderrood bloed in mijn onderbroekje. Dat was wel veel meer dan ik verwacht had.

‘Ach, wat schattig,’ zei mijn oudere zusje spottend, ‘ze is voor het eerst ongesteld geworden.’

Paniek

Maar mijn moeder was redelijk ontdaan. Niet vanwege het feit dat dit me uitgerekend op mijn verjaardag overkwam, nee, ze had niets extra’s in huis. Er was voor mij niet zo snel een jarretel te vinden en o jee, hebben we eigenlijk wel genoeg maandverband in huis? En het kind moet op tijd op school zijn, hoe pakken we het handig aan? Toen ik uiteindelijk ‘verschoond en aan de onderkant ingepakt’ naar school ging, voelde ik me mega groot en volwassen. Want ik hoorde nu ook bij de menstruatieclub van mijn moeder en drie oudere zussen.

Reactie

Later nam ik mij voor dat ik als ik ooit moeder zou worden, mijn kinderen op dezelfde manier zorgvuldig zou voorlichten over het wel en wee van het vrouwelijk lichaam. Ieder van hen reageerde op zijn/haar eigen manier. Miriam was vooral verontwaardigd over het feit dat ze een heel bataillon eitjes in haar lichaam had, terwijl ze van ons niet elke dag een eitje mocht eten. In haar gevoel van redelijkheid rijmde dit niet met elkaar. 

En onze zoon? Die vond de wetenschap dat je lichaam elke maand een kraantje bloed opendraait om het ongebruikte eitje mee weg te spoelen, nog het meest interessant aan het hele verhaal. Ach ja. Hij houdt nu eenmaal van techniek.