Op bezoek

Mijn echtgenoot heeft nog een stokoude tante die dit jaar 99 wordt. Een respectabele leeftijd. Als goede katholiek zal ze dat vast fantastisch vinden: drie keer het getal van de leeftijd waarop Christus gekruisigd werd. En drie is ook nog eens het heilige getal van de vader, de zoon en de heilige geest. Trouwens, drie maal is scheepsrecht. Vooral vanwege dit laatste cliché heeft het getal drie ook mijn voorkeur. 

Op haar verjaardag zelf zullen we haar niet bezoeken, veel te druk, waarschijnlijk stort de halve parochie waar ze bij hoort zich dan op haar. Maar als klein voorpretje besloten wij afgelopen week bij haar langs te gaan. Samen met haar schoonzus, die haar regelmatig ziet en zo’n beetje alles voor haar bij elkaar reddert. Uiteraard zit de tante inmiddels hoog en droog in een verzorgingstehuis. 

Zingen

‘Ze is er niet,’ verkondigde de schoonzus, toen we ons in de ontvangsthal bij haar voegden. ‘Ik heb het op de afdeling nagevraagd en ze zit in het restaurant. Daar zijn ze vandaag aan het zingen.’ Wij dus met zijn drieën richting het restaurant. Daar troffen wij een zaal vol rollators en rolstoelen aan. Overal knikkende hoofden en slaperige mensen, terwijl het toen buiten nog niet eens echt zo warm was. Maar ja, het was al elf uur, bijna warme hap-lunchtijd en dan ga je alvast een beetje indutten. Op het podium stond een jonge hupse meid, met een microfoon in de hand, met volle overtuiging kinderliedjes te zingen en te proberen de zaal mee te krijgen. Oorverdovend geluid uit de twee boxen naast haar. Tussen de grijze hoofden moesten we ergens onze tante zien op te duikelen. ‘Daar vooraan zit ze,’ wees de schoonzus. ‘Maar ze hoort geen klap meer. Bereid je maar voor. Haar gehoorapparaat werkt niet goed meer.’  

Begroeting

Wij koersten op haar af. Mijn echtgenoot sloeg een arm om haar heen en bulderde in haar oor: ‘Verrassing!’ Ze draaide haar hoofd in zijn richting en op haar gezicht gleed zo’n blijde glimlach dat ik er aangedaan van raakte. Toen legde ze haar hand tegen zijn wang en trok zijn hoofd naar zich toe. Haar wang tegen de zijne. Zo’n lief gebaar! Ja, toen schoot ik per ongeluk toch een beetje vol. We hesen haar met zijn drieën uit haar stoel, prakten haar voorzichtig in de rolstoel die we uit voorzorg hadden meegenomen en namen haar mee naar buiten. Vergaten daarbij uiteraard om haar rollator terug naar haar kamer te brengen, maar daar was het tehuis al op voorbereid. Dat gebeurt kennelijk vaker. 

Buiten herhaalde ze regelmatig: ‘Heeeeeerrrrrlijk, buiten. Heeeerrrrlijk.’ 

Met vloeiend rollende r, want ze is een beetje Indisch. 

Gehoorapparaat

Ons verstaan bleek voor haar onmogelijk, ze is echt stokdoof. Maar tot onze verbazing beschikte  ze nu opeens over twee gehoorapparaten die het overigens geen van beide deden. Eentje was zelfs niet eens van haar en zat scheef wiebelend in haar oor.  Waarschijnlijk was dit extra gehoorapparaat te danken aan een soort proletarisch ‘winkelen’ in het tehuis. ‘Nu lopen er vast ergens kinderen te briesen dat het gehoorapparaat van pa/ma GESTOLEN is,’ grapte ik tegen mijn echtgenoot. Maar de schoonzus keek ernstig. ‘Het is allemaal heel vervelend voor haar. Want ze is zo oud, dat het voor BeterHoren onmogelijk zal zijn om haar juiste gehoorsterkte op te meten. Ze kan niet meer adequaat reageren op de piepjes.’ Dat betekent dus dat onze tante nu in een stilte isolement terecht gekomen is.  Wat oprecht sneu voor haar is. Als je niet meer kunt communiceren, valt het best zwaar om 99 te worden. 

Ze heeft in ieder geval genoten van ons bliksembezoekje. 

Lees ook: aandoenlijk