Hulp

Toen mijn jongste dochter me vroeg of ik de gordijnen voor de zolderkamer wilde aanpassen, met de naaimachine uiteraard, zei ik volmondig ja. Natuurlijk kan ik dat! Eitje, wist ik uit ervaring. Ik had toch ook haar wieg destijds b-e-e-l-d-e-r-i-g bekleed? Hmmm. Hoogmoed komt heus ook eens voor de val, want de naaimachine vertoonde plotseling vreselijke kuren! Maakte als een malle lussen, liep vast, vertoonde vlekken op die arme gordijnen, raakte verwikkeld in zijn eigen stiksels en mijn stress level steeg met het uur. Wat een rotding! 

Help!

Ik moest de opwelling onderdrukken om de naaimachine ter plekke naar de sloop te brengen,  ik had het kreng ten slotte al bijna vijftig jaar, maar tot op het moment van de gordijnen verstellerij had hij altijd braaf zijn opperste best gedaan. Mijn echtgenoot had hem destijds voor mij aangeschaft van zijn eerste kerstgratificatie, dus dat gaf ook een emotioneel tintje aan het apparaat. Een andere oplossing zoeken. 

Gevolg

Al googlend kwam ik tot de ontdekking dat je een naaimachine af en toe moet laten schoonmaken en op mankementen controleren. Nooit gedaan. Ik maakte dus een afspraak met de naaimachine-dealer-winkel. Wij togen op pad, naar een overdekt winkelcentrum bij ons in de buurt. Nu wil het geval dat een naaimachine van bijna vijftig jaar aanvoelt als een blik lood in oud kunststof verpakt. Je tilt je er echt een navelbreuk aan en mijn echtgenoot hoopte dan ook dat we vlakbij konden parkeren. Niet dus.

Gesprek

Bij een ingang van het winkelcentrum dropte hij me en zocht naar een parkeerplek. Moeilijk moeilijk moeilijk! Daar stond ik, in mijn uppie, en ik verwenste mijn plannetje om dat rotding te laten repareren. Tegenover me hing een man in een winkelwagentje een sigaret te roken. Een zwerver, schatte ik voorzichtig in, beetje vooroordelerig van mijn kant. Hij wierp een onderzoekende blik in mijn richting en ik glimlachte naar hem. ‘Kan ik u helpen?’ vroeg hij. Ik vertelde hem het verhaal van de gecrashte naaimachine, over mijn afspraak voor een controle beurt en hij riep verheugd: ‘Oh, die winkel ken ik! Maar dat is hier heel ver vandaan!’ Kreun, arme echtgenoot, dacht ik. ‘Hoever?’ ‘Nou, aan de andere kant van het winkelcentrum, dat is een heel eind lopen.’ 

Het aanbod.

Hij klom uit zijn winkelwagentje en samen wachtten we tot mijn echtgenoot zich bij ons voegde. ‘Zal ik u helpen?’ vroeg hij aan hem. ‘Dat is toch veel te zwaar voor u. Zet het ding maar in mijn karretje, dan breng ik u wel.’ Toen pas kwam ik tot de ontdekking waarom zijn winkelwagentje er net even anders uitzag. Het was een soort steekwagentje waarmee hij alle andere winkelwagentjes die her en der verdwaald in het winkelcentrum stonden, naar de hoofdingang terug moest brengen. Hij had zichzelf even een rookpauze gegund.

Onderweg

Daar liepen we, met zijn drieën, de naaimachine als een trofee in zijn winkelwagentje, wij aan weerszijden van het karretje en hij sturend en er ontspon een gesprek tussen ons. Dit was zijn WERK, dit deed hij vijf dagen in de week. Het maximum aantal winkelwagentjes dat zijn motor kon verstouwen was 24, daar was hij ook TROTS op. Maar zaterdag, nou, dan werkte hij NIET. Wat hij dan wel deed, daar kreeg ik geen antwoord op, hoewel hij er even diep over zat na te denken. Zaterdag was in ieder geval altijd een leuke dag, want dan hoefde hij niet te werken. ‘Wilt u misschien ook eens in het karretje gaan zitten, dat ik u rijd?’ stelde ik vriendelijk voor. Maar daar schrok hij hevig van. ‘Als mijn baas dat zou zien, word ik meteen ONTSLAGEN.’ Nou, dat wilden we geen van beiden. Want hij had echt leuk werk. 

Tot slot

Mijn laatste vraag aan hem was: ‘Hoeveel winkelwagentjes weegt mijn naaimachine nu eigenlijk?’ We waren inmiddels al bijna op de plaats van bestemming aangekomen. Zijn antwoord was bloedserieus en helder: ‘Drie.’ We stonden stil bij de roltrap en hij wees naar boven. ‘Uw winkel is op de galerij. Mijn wagentje mag daar niet naar toe, van de baas.’ Ik legde mijn hand op zijn arm : ‘U heeft vandaag een goede daad gedaan. Dank u wel! Dat zal ik niet gauw vergeten!’ 

Zijn gezicht straalde. 

Conclusie

Het was heel bijzonder om van zo dichtbij te mogen ervaren hoe ook mensen met een beperking deel van de arbeidsmarkt kunnen uitmaken en daar uitermate trots op zijn! En dat allemaal dankzij mijn naaimachine. En hoe hij het nu doet? Hartstikke-stikke-stikke-goed!