Het was mij het dagje wel weer. Ik zei al tegen manlief vanochtend dat ik de afgelopen twee jaar meer in het ziekenhuis ben geweest dan de 37 jaar daarvoor. Althans, zo voelt het. De weg op de eerste hulp ken ik inmiddels ook op mijn duimpje helaas. Enfin, je vraagt je vast af wat er nu weer is gebeurd, dus zal ik de spanning niet meer ophouden.

Oeps, een zondagsarm!

Vanochtend waren we bij het audiologisch centrum voor controle van de oren van de jongste. Dat op zich kent al een hele geschiedenis en we zijn nog niet klaar, maar dat vertel ik een andere keer. Terwijl we in de wachtkamer op onze beurt wachten, speelden we een beetje met de kleine dame. Ze was in een goede hum en vond alle spelletjes leuk. Dus mochten ze paardje hop op de knieën van manlief doen. De boerenknol is altijd haar favoriet. Helaas was het gat in de weg dit keer te veel voor haar. Toen ze weer omhoog kwam, was ze ontroostbaar. Meestal als ze zich pijn heeft gedaan of als ze verdrietig is, houdt het wel op na een paar minuten. Maar nu leek niets te helpen. Gezien haar hypotonie en hypermobiliteit leek ons een bezoekje aan de eerste hulp wel een goed plan.

Lees ook: Bizarre redenen om de hap te moeten bellen

Op naar de eerste hulp

Van het ene ziekenhuis mochten we dus naar de eerste hulp van het andere ziekenhuis. Waarom? Omdat haar medisch dossier daar ligt. Ondertussen gebruikte ze haar arm niet meer en leek elke beweging haar pijn te doen. Haar hartverscheurende huilen brak mijn moederhart. Op de eerste hulp wilde men gelijk foto’s nemen. Gelukkig was er een ervaren arts, die toch de arm eerst wilde bekijken. Ik zat er inmiddels al ruim twee uur. Hij bewoog haar arm wat heen en weer en deed toen een bizarre draai met haar elleboog. Knak! Een luide krijs van de kleine meid en het was gedaan.

De diagnose

Ze had dus een zogeheten zondagsarm. Dit betekent dat haar spaakbeen gedeeltelijk was ontwricht uit haar ellepijp. Het kenmerkt zich door veel pijn en een bungelend armpje. Gezien haar hypotonie is het aannemelijk dat het makkelijk bij haar gebeurd dan bij een ander kind. Maar de arts verzekerde ons dat het iedereen kan overkomen en dat we ons er echt niet schuldig over moesten voelen. De komende dagen moet ze wat rustiger aan doen en als het goed is is ze daarna weer als vanouds. Dat geldt nog niet voor deze mama, want haar verdriet vergeet ik niet zo snel. Gelukkig helpt het dat ik haar nu alweer heerlijk zie spelen. Mijn lieve meisje!

Hoe herken je een zondagsarm en waar komt de naam vandaan?

Als je kind de arm in kwestie niet meer lijkt te gebruiken en het hangt er een beetje of dicht tegen het lichaam, kan het een zondagsarm zijn. Zolang het niet bewogen wordt, is er ook geen pijn. Dat maakt het soms lastig te herkennen. Het is geen groot probleem en gemakkelijk recht te zetten door een arts. Soms worden er eerst nog foto’s gemaakt om zeker te weten dat er geen sprake is van een botbreuk. Bij een duidelijke zondagsarm wordt dat wel eens overgeslagen. Immers scheelt dat weer straling.

De term zondagsarm komt van vroeger. Op zondag had namelijk iedereen vrij en werd er meer met de kinderen gespeeld. Kinderen werden dan ook meer aan de hand genomen. Of het nou slingerend tussen de ouders was, of omhoog trekken na een val, het armpje uit de kom trekken was snel gedaan. Op zondag werd er vaker hulp voor gezocht, dus vandaar ook de naam.