Niets voor mij

Vandaag hoorde ik op het nieuws dat de leerlingen en studenten straks blij zijn als ze weer lijfelijk les kunnen krijgen, in plaats van alles via internet. Dat kan ik me best voorstellen. Het zou niks voor mij geweest zijn, om de leerstof digitaal te moeten behandelen. Ik zou de sfeer, de gezelligheid, het inspringen op bepaalde momenten, het ‘lijfelijke contact’ met de klas etc. veel te veel missen. Ik probeerde vroeger in mijn lessen altijd een dusdanig ‘werkklimaat’ te creëren, dat de leerlingen met veel plezier bij Nederlands binnenstuiterden. 

Uitleg 

Eén specifieke les zal ik nooit vergeten. Te bizar voor woorden wat mij toen overkwam. In het kader van boekbesprekingen en films legde ik uit hoe je spanning kunt opbouwen. Mijn klas zat bomvol met allemaal pubers in de leeftijd van 13, 14 jaar. Hutje mutje naast elkaar, bijna geen tussenpad om langs de tafeltjes te lopen, de lucht vol hormonale groeigeuren. Ze hingen aan mijn lippen, wat me niet verbaasde, want ik doorspekte mijn betoog met allemaal intrigerende en eventueel bloederige voorbeelden uit films en boeken die hun wellicht bekend voorkwamen. Alle aandacht dus op mij gericht, en ik zat prinsheerlijk op mijn bureaustoel met fluweelzachte stem te vertellen, vertellen, vertellen. 

Wie?

Op een gegeven moment zag ik aller ogen in een flits in de richting van de deur dwalen, om snel hun blik weer op mij te richten. Ik stopte onmiddellijk met praten. ‘Wat gebeurt hier? Waar keken jullie naar?’ Hun antwoord: ‘Er is iemand binnengekomen.’ Ze zeiden niet wie en ik kon ook zo gauw niemand zien, want het grote rijdende televisiemeubel dat ik zo dadelijk nodig had, blokkeerde mijn zicht op de deuropening. Ik bukte om onder het meubel te kijken en zag inderdaad twee mannenschoenen staan. Meer kon ik niet ontdekken. Ik sloeg mijn hand voor mijn mond. ‘Jullie hebben gelijk. Daar staat iemand. Ik zie zijn schoenen, maar ik kan niet zien wie het is. O, jongens, dit is echt SPANNEND! Misschien loopt er op school een seriemoordenaar rond en word ik straks voor jullie ogen vermoord!  WIE STAAT DAAR?’ Doodse stilte. Niemand antwoordde. De klas wachtte nieuwsgierig af wat er ging gebeuren. 

Apart

Toen sprong een collega met een rood hoofd achter het televisiemeubel tevoorschijn en mompelde iets vaags dat hij de vorige les in mijn lokaal zijn tas had vergeten, ‘o jee, daar ligt hij ook al niet’, waarna hij als een schichtig konijn de gang op vluchtte en mij verbaasd achterliet. Want ik zat DIE HELE dag in hetzelfde lokaal en dat wist hij ook. Wat een flauwekulargument van hem! Volgens mij was hij gewoon nieuwsgierig geworden, toen hij langs mijn lokaal lopend al die leerlingen zo zichtbaar aan mijn lippen zag hangen en wilde hij er ongemerkt achter komen waar ik op dat moment mee bezig was. Een zogenaamde  ‘collegiale controle’?! 

Mijn conclusie? Deze bizarre lessituatie zou digitaal absoluut onmogelijk zijn geweest. 

Voor meer stukjes van oma klik je hier.