Oma Bobje is terug van een welverdiende vakantie en zal weer tweewekelijks ons vermaken met verhalen van vroeger en de perikelen van het omaschap. Vandaag vertelt oma Bobje hoe zij haar kinderen zindelijk kreeg.

Wat is zindelijk worden toch een proces waar je als kind doorheen moet. Trouwens, als ouder ook. Met vier kinderen was ik oprecht blij toen de jongste op een gegeven moment ook uit de luiers was. Als je de kinderen zo pal op elkaar krijgt zoals ik, heb je vaak twee luierkinderen tegelijk rondlopen. Dan is het dus ’s snuffelen’ wie dit keer heeft gepoept.

Bij de oudste merkte ik dat ze graag in afzondering haar behoefte wilde doen. Toen we bezig waren haar zindelijk te maken en in die periode ’s zomers in de tuin zaten, griste ze opeens de po bij ons weg en verdween naar de andere kant van de tuin waar we haar niet konden zien. Even later kwam ze vol trots haar eindproduct showen. Enigszins verrast dat we al LACHEND haar luid prezen en riepen dat ze een grote meid was!

Haar gedrag destijds verbaasde ons niet, want mijn echtgenoot en ik willen op zo’n moment ook graag wat privacy, ook al zijn we al tig jaren samen. Ik merkte later dat onze hond ook altijd de bosjes indook, ver van mij verwijderd, om er zijn drol te draaien. Blijkbaar heeft dat voor ons mensen ergens nog met een restje instinct te maken. Nou ja, laten we eerlijk zijn, het stinkt ook wel een beetje en aan zo’n geur wil je je partner ook niet al te graag blootstellen. Het heeft toch iets anti-romantisch.

Bij de jongste trok ik een trukendoos open. Ze was al wat ouder dan de andere drie vroeger, toen ik haar zindelijk probeerde te maken. De po stond standaard in de kamer. Om de zoveel tijd trok ik haar luier uit en riep enthousiast: ‘Wat een leuke po, hè? Zullen we erop gaan voorlezen?’ Dan haalde ik een speciaal voor dit doel gekocht boekje tevoorschijn, met de toepasselijke titel LOTJE OP HET POTJE en stak van wal. Zes keer, zeven keer achter elkaar, daar gaf ik niks om, als er maar een plas kwam. Telkens stond ze op een gegeven moment op, plaste uitgebreid op de grond en zei spijtig: ‘Aaaaaaccch. Jammer! Plas vallen.’ Ik werd het zo spuugzat dat ze dit deed dat ik verzon om er een beloningsverhaal aan te koppelen. Ik legde voor haar neus op het kleine tafeltje een stukje chocola. FOUT FOUT FOUT, maar misschien werkte het, want ze was dol op chocola. ‘Als jij een plasje in de po doet, krijg jij dit stukje.’

Haar ogen rolden uit haar hoofd van plezier. CHOCOLA? Zomaar? Ik pakte het hierboven noemde boekje en begon dapper voor te lezen. Haar blik hing gefixeerd aan het chocolaatje. Opeens stond ze op en hetzelfde ritueel volgde: ‘Aaaaaaccch. Jammer! Plas vallen.’ Misschien valt het onder de noemer van geestelijke kindermishandeling hoe ik daarna handelde? Tegenwoordig kan dit erg  gevoelig liggen, geloof ik. Ik at namelijk het chocolaatje demonstratief voor haar neus op en zei laconiek: ‘Dan dus geen chocolaatje.’ Ze werd razend. Ik kreeg het boekje naar mijn hoofd geslingerd, de po gooide ze weg, het tafeltje trapte ze om. Ik liet haar eerst lekker uitrazen en legde toen nogmaals de bedoeling uit van de po en het chocolaatje. Een half uur later rende ze zelf op de po af, deed een dijk van een plas en commandeerde: ‘MAMA, NU CHOCALA!’

Toen we aan haar ontlasting begonnen, kuierde ik met haar en de andere drie kinderen in mijn kielzog met de volle po in de hand naar de wc. Uiteraard mocht ze zelf doortrekken en daarna riepen we trots in koor: ‘Daag poep, lekker zwemmen!’ Na een paar keer haakten de oudste drie af, ze hadden geen zin meer om aan dit zindelijksheidsproces mee te werken, en deden we het samen. Maar het werkte goed!

Lees ook: Een dag uit het leven van oma oppas