Vol optimisme begaf ik mij gisteren naar het ziekenhuis voor mijn laatste afspraak bij mijn vriendin de gynaecoloog. Ik was er heilig van overtuigd, dat zij mij zou vertellen dat alles tip top in orde was en al mijn miskramen dikke vette pech waren. Wat zat ik er naast.

Het gesprek

De arts stond me op te wachten in de gang en schonk mij een dikke glimlach terwijl ze mijn hand schudde. Nog geen alarmbellen, want zo doet ze altijd als ze mij ziet. Maar toen ze ging zetten kwam er ineens een ernstig gezicht tevoorschijn. “We hebben twee afwijkingen in je bloed gevonden en beide kunnen een oorzaak van je miskramen zijn.” Je zou denken dat het goed nieuws is, want dan zou er wat aan gedaan kunnen worden. Maar ergens in mij zei een stemmetje dat het geen fijn bericht was.

Milde maternale hyperhomocysteïne

Ja, inderdaad dat dus. De eerste afwijking in mijn bloed is bijna niet uit te spreken en ik meen mij te herinneren ook een genafwijking. Klinkt goed hè? Maar deze abnormaliteit komt bij 6-10% van de bevolking voor en is zeer eenvoudig op te lossen. Het komt er op neer, dat mijn lichaam te weinig foliumzuur al dan niet in combinatie van enkele vitamines opnam. Dus in plaats van 0.5mg moet ik voorlopig 5mg foliumzuur per dag slikken. Dat is tien keer zoveel! Daarnaast zal ik dagelijks 20mg pyrodoxine ofwel vitamine B6 moeten innemen. Dit betekent ook dat ik mijn multivitamines moet laten staan en de huisarts weer om ampullen vitamine D moet vragen. Mijn badkamerkastje begint verdacht veel op een apotheek te lijken.

Verlaagde antitrombine activiteit

Dit is de afwijking waar ik wat minder gelukkig over ben. Wat ik zo snel begrepen heb, heeft het te maken met stolling van het bloed. Het verband is nog niet volledig wetenschappelijk bewezen, maar vrouwen die meerdere miskramen hebben gehad hebben doorgaans een verlaagde antitrombine activiteit. In de academische ziekenhuizen zijn er nu onderzoeken gaande om na te gaan of het geven van antistolling een positief effect zal hebben op de zwangerschap. Er is dus op dit moment nog geen oplossing voor en dat betekent dat elke nieuwe zwangerschap een grote(re) kans heeft om te eindigen in een miskraam. Je kan je voorstellen dat ik dat nieuws liever niet had gehoord.

En nu?

Over een maand gaan ze opnieuw bloed prikken met de hoop dat de eerste meting er wellicht naast zat. Mocht de antitrombine activiteit nog steeds verlaagd zijn zou ik eventueel mogen deelnemen aan de onderzoeken over het verband tussen antistolling en miskramen. Ondertussen moeten we het gewoon blijven proberen en hopen dat er eentje toch blijft plakken. De verhoogde foliumzuur en extra vitamines zouden hier aan kunnen bijdragen. Kortom, we zijn nog geen steek verder en hebben alleen een naampje aan het gedoe gegeven.

Mijn grootste zorgen

Uiteraard vraag ik mij nu wel wat meer af of wij ooit een derde kindje zullen krijgen, maar manlief blijft optimistisch erover dus ik ook dan maar. Mijn grootste zorg is eigenlijk het gevolg van die verlaagde antitrombine activiteit. Betekent dit dat ik een verhoogd risico heb op trombose? En is het erfelijk? Want gaaner mijn dochter dan dezelfde ellende meemaken? Deze vragen krijg ik niet uit mijn hoofd en zal ik zeker in januari gaan stellen. Gelukkig gaat manlief dit keer mee, want ik heb het gevoel dat ik niet altijd alles goed mee krijg van wat ze zegt. Ik heb daarom gisteren gewoon een foto gemaakt van de gegevens op haar computerscherm zodat ik het thuis nog eens rustig kon bekijken.

De weg naar baby nummer drie wordt dus nog steeds vervolgd en heeft wat zijweggetjes erbij gekregen. In januari laat ik het weer weten! Oh ja, het vlekje is verder niet bekeken, want de gynaecoloog vond dat niet nodig meer.

Uitgelichte afbeelding: Shutterstock