Toen ze bij ons was en we gingen zwemmen, vertoonde Veerle opeens watervrees. Ze bleef op de bovenste trede van het trappetje zitten en weigerde categorisch om het water in te gaan. Ik herkende dat gevoel. Ook ik hield vroeger totaal niet van zwemmen en nat worden. Tegenwoordig hou ik mezelf voor dat ik me niet moet aanstellen en een goed voorbeeld moet geven aan de kleinkids, dus dan laat ik me als een deftig soort zeekoe elegant in het water zakken en roep dat zwemmen HEERLIJK is. En o, wat een lekker schoon water! ‘Zal oma je dragen?’ Veerle staarde me peinzend aan, met een blik alsof ze aan het overwegen was of oma nu wel of niet goed snik was en strekte toen toch haar armpjes naar me uit. Ik tilde haar van de trede en droeg haar iets dieper het water in. Haar armpjes klemden zich nog krachtiger om mijn nek, vooral toen ik ook nog eens slowly slowly op en neer ging hopsen. Maar ze huilde niet. Ze onderging lijdzaam haar natte lotsbestemming.

Ik ging een stapje verder. Nu hebben we in het zwembad zogenaamde FRIETJES liggen, schuimrubberen stengels waar je van alles mee kunt doen. Als hoofdsteun gebruiken, of als een soort houvast met je armen op leunen, of erop gaan zitten en als een kip op stok blijven drijven. Sanne heeft als kleintje in het verleden uit elke stengel een hapje genomen en die plekjes liet ik aan Veerle zien. Daar moest ze ondanks haar watervrees toch een beetje om lachen. Gekke Sanne! Je ziet toch onmiddellijk dat het geen echte frietjes zijn! Maar die ontkende het voorval in alle toonaarden, zoals ze volgens haar eigen zeggen ook nog nooit een baby’tje geweest is, ze was meteen al vanaf de geboorte SANNE, hoor oma!

We dobberden samen verder, ik op mijn frietje, met Veerle als een hangaapje in mijn armen. Op een gegeven moment stond Veerle welwillend toe dat ik onder haar achterwerkje ook een frietje schoof. De greep om mijn nek werd al wat minder krachtig. Ik liet haar zien dat zij ook de uiteinden van het frietje kon beetpakken. Ze volgde mijn aanwijzing. En tot haar grote verbazing dreef ze opeens LOS! ‘Zie je wel dat er niets met je kan gebeuren,’ zei ik tegen haar. ‘Ik blijf bij je in de buurt, dat beloof ik. Maar ik hou je nu niet meer vast, je dobbert op je eigen frietje en op je vlindertjes! Je bent heel DAPPER!’ Haar reactie daarna vergeet ik nooit meer. Ze ging helemaal uit haar dak. Ze liet zich meedrijven naar het trapje en sprong luid lachend van de bovenste trede: ‘Kijk mij eens!’ Watervrees, ik? Welnee! Dat is iets voor oma’s die zich als een bejaarde zeekoe in het water laten zakken, omdat hun haar niet nat mag worden! En dat springen bleef ze maar herhalen, samen met haar grote zus Sanne. Dolle waterpret.

‘Mam, dank je wel,’ zei mijn dochter, opgelucht dat Veerle nu ook de geneugten van het zwemmen had ontdekt. Waarop ik haar antwoordde dat ze me nergens voor hoefde te bedanken. Ik zou juist haar dankbaar moeten zijn voor het feit dat ik een kleinkind heb gekregen dat ZELF haar watervrees heeft durven overwinnen! Ik ben nooit zover gekomen, ik ga nog steeds NIET kopje onder!

Lees ook: alles is van mijn oma