Tien jaar geleden waren de regels rondom pijnstilling bij de bevalling nog anders dan nu. Er werd niet gegarandeerd dat er 24 uur per dag een anesthesist aanwezig was in het ziekenhuis om een ruggenprik toe te dienen. Remifentanyl werd nog niet in elk ziekenhuis aangeboden, net zomin als lachgas.

Ook werden er toen nog geen steriele waterinjecties gezet door verloskundigen, de enige mogelijheid voor pijnstilling bij een thuisbevalling. De keuzes waren: bevallen op eigen kracht, met pethidine (een soort morfine) of een ruggenprik.

Ik had voorafgaand aan mijn eerste bevalling heus nagedacht over pijnstilling. Maar ik ging thuis bevallen, en ging er vanuit dat ik dit niet nodig zou hebben. Ik bedoel, dat klusje zou ik wel even klaren, niet waar? Heel eerlijk gezegd vond ik het toch een beetje een zwaktebod, vragen om pijnstilling tijdens de bevalling. Al zag ik echt wel dat sommige vrouwen uitgeput waren na uren en uren weeën opvangen. Maar ik zou heel relaxed blijven en daardoor heel snel bevallen, zo had ik bedacht.

Dus. Dat liep even anders. Na uren en uren weeën opvangen was ik moe. Niet zomaar moe, maar uitgeput. Wat absoluut tegenwerkte was het feit dat de bevalling helemaal niet vorderde. Ik bleef maar hangen op vijf centimeter. Zou er nou vordering in zitten, dan zou het einde in zicht zijn en de pijn te verdragen zijn. Maar dit voelde zo zinloos!

Verder had ik ontzettend veel last van been weeën. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat ik buik weeën beter had kunnen opvangen. Ik kon niets met die been weeën: niet staan, niet zitten, niet liggen. Na uren ‘dansen’ onder de douche besloot ik dus zelf: ik moest naar het ziekenhuis voor pijnstilling.

Natuurlijk was de drempel hoog. Ik wilde thuis bevallen, alles stond klaar, en er was geen medische reden om naar het ziekenhuis te gaan. Als ik al in het ziekenhuis was geweest, had ik misschien eerder om een ruggenprik gevraagd. Nu ging er nog een uur overheen voor ik er goed en wel was.

Omdat de baby niet goed indaalde ging ik er ook vanuit dat ik weeën stimulatie nodig zou hebben, een ruggenprik leek me dan wel aangenaam. En een beetje uitrusten, mogelijk zelfs slapen, klonk me ook hemels in de oren. In het ziekenhuis zou alles goedkomen!

Maar natuurlijk stond de anesthesist me niet geduldig bij de ziekenhuisingang op te wachten, glimlachend, met de spuit al in zijn handen. Welnee. Ik moest eerst naar de verloskamers, aan het CTG, en dan moest er nog eens gekeken worden hoeveel ontsluiting ik had. Als dat allemaal oké zou zijn, zou de anesthesist gebeld gaan worden. Het was inmiddels avond en de goede man zat al lang en breed aan de prak thuis.

Puntje bij paaltje had ik acht centimeter. De baby was, mogelijk door de autorit, een stuk dieper gezakt. Ineens ging het vliegensvlug. En hoewel de verloskundige van het ziekenhuis me op het hart drukte dat ze geen beloftes kon doen voor de laatste twee centimeter, en dat ik nog steeds een ruggenprik mocht, sloeg ik dat aanbod vriendelijk af. Nu was het einde wel in zicht.

Achteraf is het maar goed dat de anesthesist niet is gebeld. Dan had hij naar het ziekenhuis moeten komen om met ons een beschuitje te eten, en was zijn prakkie thuis verpieterd, want nog eens 30 minuten later was onze zoon geboren. Zonder ook maar enige pijnstilling.

In mijn kraambed vertelde ik aan iedereen die langskwam het verhaal. Dat het zo heftig was met die been weeën, dat het niet vorderde en dat ik na uren een ruggenprik wilde. In plaats van begrip kreeg ik echter regelmatig verontwaardigde opmerkingen, vooral van de oudere generatie. Dat al die pijnstilling een modegrill was, dat ze het vroeger ook op eigen kracht moesten doen, en dat bevallen een kwestie was van doorzetten.

Wat deed dat een pijn! Voor mijn gevoel had ik er alles aan gedaan om mijn kind op een natuurlijke manier op de wereld te zetten. Ik besloot om nooit, maar dan ook nooit meer een oordeel te hebben over iemand die pijnstilling nodig heeft tijdens de bevalling. Want elke bevalling is anders. En wat is het fijn dat de mogelijkheid van pijnstilling er is!

Ik ben Lisette, 33 jaar en moeder van drie kinderen. Voor MeervanMir beschrijf ik een aantal zaken die mij opvielen tijdens mijn eerste zwangerschap, tien jaar geleden. Omdat ik in die tijd studeerde voor verloskundige was ik mijn eigen proefkonijn ;). Je kunt meer van mij lezen op mijn eigen blog: www.lisetteschrijft.nl