We gaan nog vrolijk even door met de dokterbezoekjes als het om de ogen gaat. Er is niets ernstig aan de hand hoor. We hebben enkel een controle laten uitvoeren bij onze kleuter. Waarom we dit hebben gedaan, vertel ik je graag.

Sinds we met onze baby bij de oogarts zijn geweest en we haar oogjes moeten afplakken, zijn we meer alert geworden op de kijkers van de andere twee dames. Ons oudste meisje loenste namelijk ook behoorlijk in haar eerste levensjaar. Niet zo erg als haar zusje hoor, maar wel dat het opviel. En mijn zusje had vroeger een lui oog en dat schijnt weer iets erfelijks te zijn. Ik was dus ook een tikkie gespannen toen ze haar oogtest bij het consultatiebureau moest doen. Ook wel omdat ze zo lekker koppig kan zijn en het misschien niet eens wilde uitvoeren, maar het viel allemaal gelukkig mee. Glansrijk heeft ze de test volstaan. Ik maakte mij geen zorgen meer en nam aan dat het sporadische loensen met vermoeidheid te maken had.

Een paar weken terug vertelde een vriendinnetje van mij dat de oogarts bij haar bijna zesjarige dochter een lui oog geconstateerd had. Het was niet eerder opgevallen bij het consultatiebureau of tijdens de oogtest. Pas bij de schooldokter kwamen ze er achter, dat er iets aan de hand was. Mijn vriendinnetje had overigens al langer het vermoeden dat er iets met de ogen was, maar ging af op de kundigheid van de consultatiearts. En ook zij dacht dat het loensen kwam door vermoeidheid.

Loensen hoort in principe niet, dus ook niet met vermoeidheid, aldus de oogarts. Het kan een teken zijn, dat er sprake is van een lui oog en dus altijd de moeite waard het even te laten checken door de huisarts. Aangezien onze oudste er ook nog een handje van heeft, besloten we maar langs de huisarts te gaan. Een lui oog is immers maar tot een jaar of zes te verhelpen door af te plakken. Gisteren was ons bezoekje aan de huisarts en heeft onze oudste opnieuw de oogtest, zoals bij het consultatiebureau, gedaan. Ik vroeg hoe ze uit deze test kunnen opmaken of ze een lui oog heeft en hij vertelde me dat ze een groot verschil in het zicht van de ogen het kenmerk is. Bij ons meisje waren de ogen gelukkig identiek en was er geen verdere doorverwijzing nodig. Wel kregen we de boodschap mee, dat het wellicht verstandig zou zijn om over een jaar nogmaals te komen. Ik vind het prima.

Het is eigenlijk best gemakkelijk om thuis zelf na te gaan of je kind een lui oog heeft. Maak een zogeheten visuskaart, houdt een hand voor het oog en ga aan de slag. Als bij beide ogen de ring niet meer zichtbaar is op dezelfde score, dan is er waarschijnlijk geen sprake van een lui oog. Kan er met ene oog echt meer gezien worden dan met het andere, dan is een bezoekje aan de huisarts geen slecht idee. Gelukkig zijn er tegenwoordig zoveel leuke oogpleisters, dat het oog afplakken een waar feestje is voor een kind. Althans, dat zeggen mijn dochters.