Onze Sofieke is nu al gewoon een half jaar oud, dus het werd de hoogste tijd om over die avond van donderdag 16 januari te vertellen. Want het was al met al toch weer een bijzondere aangelegenheid.

Het begon met een plop

Het begon allemaal het einde van de middag. Noor werd thuis gebracht en het moment dat ik haar optilde om even te knuffelen, voelde ik een soort van plop. Mijn eerste reactie was “fuck” (tot grote ontzetting van ons bezoek) en ik gaf de peuter snel aan manlief. Er kwam niet veel vruchtwater uit mij, dus ik twijfelde nog echt of ik het goed gevoeld had. De verpleegkundige van het ziekenhuis die ik aan de telefoon had, vond dat ik nog maar even moest wachten. Toen ik zei dat ik dacht wel een viezigheidje gezien te hebben, mocht ik toch langskomen. Het feit dat ik al overtijd liep en de vorige bevalling twee keer persen was geweest, waren blijkbaar niet genoeg redenen. Enfin, de kinderen werden uitbesteed en wij gingen op pad.

Ik ging nergens meer naar toe

In het ziekenhuis werd ik door een zeer nors kijkende verpleegkundige naar een kamer gebracht waar nog drie andere zwangeren lagen. Ik was daar enigszins verbaasd over, want had soort van verwacht naar de verloskamers te mogen. Deze dame dacht daar anders over en vertelde nog even doodleuk dat ik misschien zelfs naar een ander ziekenhuis zou moeten omdat het zo druk was. Toen ze wegliep zei manlief gelijk, dat wij nergens meer naartoe gingen. “Ze moet het eens proberen ons weg te krijgen”. Tien minuten later had ik de eerste verloskundige aan mijn bed. “U heeft dus weeën”, vroeg ze mee. Nou, die ik had dus helemaal niet. Ze trok haar wenkbrauw op en vroeg waarom ik dan in het ziekenhuis was. Mijn reactie was mijn broek naar beneden te trekken en haar mijn inmiddels groene kraamverband te laten zien. Duidelijk een geval van in het vruchtwater gepoept. Vijf minuter later mocht ik naar de verloskamer.

Het leek allemaal eindeloos te duren

Het was duidelijk geworden dat ik die avond zou moeten bevallen. Ik had echter nog geen enkele wee. Inmiddels was de gynaecoloog er ook bij gehaald en werd mij medegedeeld dat als er niet binnen een uur wat startte, de weeën opgewekt zouden worden. Mijn ontsluiting was op dat moment drie centimeter. Vreemd genoeg raakte ik toen in paniek. Ik was ontzettend bang, dat er iets ging gebeuren tijdens de bevalling en dat de baby er last van zou hebben. Deze gedachte kon ik niet meer los laten. Dit werd sterker toen de verloskundige terug kwam en zei dat de hartslag van de baby een dip had gehad en ze een elektrode zouden plaatsen op haar hoofdje. Dat was niet een hele fijne handeling, kan ik je zeggen. De gynaecoloog wipte nog weer even langs en zei dat ze het liefst een natuurlijke bevalling wilde, maar bij nog een dip zou het wel een keizersnede worden. Bij dat woord knalde de eerste wee door mijn baarmoeder heen. Nog geen uur later had ik volledige ontsluiting en mocht ik persen. Twee persweeën later lag Sofieke op mijn borst.

En toen begon de nachtmerrie

Sofieke heeft max twintig seconden bij mij gelegen. Toen pakte de verloskundige haar op en rende naar de baby onderzoekstafel. De gynaecoloog was nog druk bezig met mijn placenta en zei alleen maar “geen zorgen maken”. Dat had ik op dat moment ook nog niet. Zelfs niet toen ik het zuurstofmaskertje constateerde en de hoeveelheid witte jassen om haar heen zag. Pas toen de supervisor kinderarts binnen kwam en ze overgeheveld werd naar een couveuse en weggereden werd, begon ik mij zorgen te maken. Manlief ging met de artsen mee.

Een half uur later kwam hij terug en zei hij dat Sofieke nog niet zelfstandig ademen kon en vermoedelijk vruchtwater met poep in haar longen had gekregen. Nadat ik gehecht was, werd ik naar de kinderafdeling gereden waar een kamer vol witte jassen met mijn kleine nieuwe baby’tje bezig waren. De kinderarts kwam tussendoor naar ons toe om te vertellen dat ons meisje geïntubeerd was, in een medicinale coma lag en naar het LUMC gebracht zou worden. Er zou haar nog een zwaar gevecht te wachten staan, maar tot nu toe deed ze het goed. Ik mocht haar nog even zien, toen ze in de couveuse op de brancard lag en toen was ze weg. Drie uur later zag ik haar pas weer voor het eerst. Nu in het LUMC, op de NICU en wederom in een kamer vol met witte jassen. Dat gezicht zal ik nooit meer vergeten…

Hoe het verder met haar is gegaan, lees je in het artikel ruim vijf dagen in het ziekenhuis