Niet zo lang geleden stond ik met mijn kleindochter van vier jaar in de speelkamer voor de plank met boeken om er eentje uit te kiezen om voor te lezen.  Bij elk exemplaar dat ik tevoorschijn haalde, zei ze hoofdschuddend dat ze die al kende. Tot ze ten slotte tevreden concludeerde: ‘Wat heb ik veel gelezen!’ Natuurlijk mocht ik de uiteindelijke knoop doorhakken, ik weet alleen niet meer wat het toen werd.

Nu tante Corona voor de tweede keer op bezoek is, zijn we weer overgeschakeld op facetime voorlezen. Vandaag vroeg ik haar tijdens het facetimen of ze een voorkeur had? Haar keuze wees ik af, ik had zo op de vroege ochtend totaal  geen zin in om samen met haar en Nijntje tot en met twaalf te tellen, iets  wat mijn kleindochter in mijn gevoel al eeuwen kan en waar ze gemakkelijk een snel applaus mee denkt binnen te halen. Niet helemaal eerlijk, want ze blijft nog altijd verrukt van de Nijntje tekeningen. Ik diepte ZWART OP WIT op, van David McKee (ook bekend van Elmer). Gelukkig kon dit boek haar voorkeur wegdragen, omdat het over olifanten gaat en ze weet dat ze mij daar een plezier mee doet.

De voorgeschiedenis

Toen mijn eigen kinderen nog klein waren, las ik eens in de krant een heel enthousiaste recensie over dit boek. Een prachtige manier om racisme aan kinderen uit te leggen, illustraties van een beroemde tekenaar, zo ging het verder. Natuurlijk wilde ik dit boek direct HEBBEN, dus ik naar de boekwinkel. Bleek het uitverkocht te  zijn! Ik schreef een vlammende brief naar de uitgever, wat de zin was van een recensie laten schrijven over een boek dat niet meer te krijgen was? Die stuurde mijn verhaal door naar de auteur en die schreef mij o.a. dat ze in Amsterdam nog een exemplaar in de Bijenkorf had zien liggen. De rest van haar antwoord ben ik eerlijk gezegd vergeten. Uiteindelijk kwam ZWART OP WIT in mijn bezit. 

Het verhaal. 

‘Eens waren alle olifanten op de hele wereld zwart of wit. Ze hielden van alle dieren, maar elkaar konden ze niet uitstaan.’ Zo luidden de eerste twee regels, verdeeld over twee bladzijden. Natuurlijk gaan de olifanten met elkaar vechten, tot de dood erop volgt! Maar wat een bof, er zijn ook olifanten die niet van oorlog houden en stilletjes het oerwoud in verdwijnen, om zich daar rustig voort te planten en in vrede te leven. 

Op een van de tekeningen zie je hoe de witte en zwarte olifanten vanuit hun slurf flink op elkaar schieten. ‘Pang pang pang,’ riep ik in mijn enthousiasme.  Op het schermpje van mijn mobiel zag ik mijn kleindochter een meewarig gezicht trekken. Sinds ze op de kleuterschool zit, weet ze alles beter. ‘Oma,’ corrigeerde ze mij, alsof ik een domme dinosaurus uit het stenen tijdperk was, ‘dat heet piewen. Ze piewen naar elkaar.’ Oké, ik zal mijn voorlezen dus aan het eigentijdse taalgebruik moeten aanpassen, begrijp ik. 

Grijs

Haar gezicht klaarde even op toen de nieuwe lichting olifanten uit het oerwoud opdook. ‘Ze zijn grijs geworden,’ merkte ze kritisch op, ‘hoe kan dat nou?’ Tja, om nou meteen de hele voortplanting uit te gaan leggen leek me geen goed idee. ‘Wat krijg je als je zwarte en witte verf door elkaar mengt,’ probeerde ik haar inlevingsvermogen een beetje te stimuleren. ‘Een kliederboel, ‘ zei ze beslist, ‘dat moet je nooit doen, zegt de juf.’ Haar onderwijzeres is volgens mijn kleindochter een beetje heilig, die zegt altijd heel veel dingen die je wel of niet mag doen, vooral als je ergens geen zin in hebt, dus ik haalde mijn schouders op. ‘Nou ja, ze zijn in het oerwoud allemaal met elkaar getrouwd en dan krijg je grijze olifantjes, zie je wel?  Dit zijn hun kleinkinderen.’ Ja, dat snapte ze wel. Probleem opgelost. 

Afloop

De laatste twee regels van het boek: ‘Sedert die dag leven alle olifanten in vrede met elkaar. Maar sinds kort beginnen de klein-oren en de groot-oren elkaar met achterdocht te bekijken.’ Ze bestudeerde ernstig de twee bijbehorende tekeningen op haar schermpje. ‘Ja,’ zei ze met een diepe zucht.’ Die ene olifant heeft echt erg grote oren.’ ‘Wat denk je nou dat er straks gaat gebeuren?’ polste ik. Haar antwoord was duidelijk: ‘Een ander boek voorlezen, oma. Deze is uit. Tellen met Nijntje?’