Leuke woensdag, zo heet een oud stukje van mij op deze oma-blog. Ik schreef toen over de vrije woensdag die ik vroeger met veel moeite op mijn werk had proberen te regelen. Met succes overigens, want elk jaar werd ik op woensdag uitgeroosterd en hoefde dan ook nooit op school te verschijnen, behalve met plenaire- of rapportvergaderingen. Op die leuke woensdag deed ik (waarschijnlijk om mijn latente schuldgevoel te compenseren dat ik naast mijn gezin bleef doorwerken, in die tijd zo ongeveer een halve doodzonde) altijd iets extra’s met de twee jongste kids. Video huren, frietjes halen, zomaar doordeweeks chips eten, nog meer spelletjes doen dan anders, iets nieuws knutselen, what ever. Als dan een klasgenootje vroeg of hij/zij bij ons kon komen spelen, iets wat altijd mocht, antwoordden mijn kinderen bloedserieus: ‘Nee, dit keer niet. We hebben leuke woensdag.’ Dat klonk zo spannend dat de vragensteller steevast jaloers afdroop.

Afgelopen woensdag had ik als oma voor de eerste keer ‘leuke woensdag’ bij ons. Onze oudste dochter had geregeld dat zij met haar zoontje eerst Sanne en Veerle ging ophalen en dan naar ons toe zou komen. Drie kleinkinderen tegelijk, waarvan de oudste vijf is en de jongste net probeert te staan! Een waar feestje, ik keek er echt naar uit. Sanne en Veerle stuiterden met hun speciale-spullen-tasje in de hand naar binnen, vol enthousiasme dat ze bij ons waren. Ik nam hen mee naar de speelkamer, die ze nog niet eerder helemaal ingericht hadden gezien. Ze werden er stil van. Trokken daarna voorzichtig elk mandje open om te controleren of er inderdaad nog het hun vertrouwde speelgoed inzat en ja hoor, alles was er nog! Het voordeel was dat ze nu niet alles meteen overhoop haalden, maar samen uitvoerig overlegden waar ze mee zouden beginnen. Toch maar de garage, besloten ze ten slotte. Daag keukentje, daag poppenhuis, niet interessant meer! De blauwe plastic poppetjes van de ‘tumbling down tower’ mochten dit keer meedoen, als scholiertjes. Het houten deksel van ik-weet-niet-meer-waarvan diende als klaslokaal. Minstens een uur speelden ze samen. Kwetterende stemmetjes, met af en toe kleine giluithalen als er ergens een ongeluk gebeurde en de brandweer moest uitrukken. Nee oma, geen tijd voor limonade! Dit is een zaak van levensbelang! We moeten de school redden! De mensheid!

Op een gegeven moment vroeg mijn echtgenoot of het langzamerhand niet eens tijd werd om te gaan zwemmen? Hij had per slot van rekening niets voor niets het zwembad flink opgestookt naar een aangename kindvriendelijke temperatuur. Verbaasd keken ze op van hun spel. O ja, dat was waar ook, je kon ook nog bij oma en oma gaan ZWEMMEN! Hup, snel de zwembroekjes uit de tasjes tevoorschijn gehaald en aangetrokken en daar vlogen de dametjes met hun oranje vlindertjes om de bovenarmen (‘Mama doet het altijd losser, oma!’) naar buiten. Veerle stortte zich voor mijn neus met een plons het water in. Toen ik memoreerde dat ze dit een paar maanden geleden nog niet had gedurfd, keek ze me met een gezicht aan of ik niet goed bij mijn hoofd was. Daar wist ze niets meer van, verzekerde ze me plechtig. Ze kon dit echt ALTIJD, oma. Ze durfde alles.

Heel even kregen Sanne en Veerle nog een kleine discussie wie de olifantengieter (lichtblauw, ligt bij het zwembad) mocht gebruiken, maar toen ik hen geruststelde dat ik binnen ook nog een BLAUWE olifantengieter voor de kamerplantjes had, waren ze helemaal tevreden. Met als gevolg dat ik bij hen op het trappetje moest gaan zitten en om beurten door de dametjes werd begieterd. Wil je nagellak, oma? Of moet je eerst nog je handen wassen? Hoe zit het trouwens met je teennagels? Zijn die al aan een extra schoonmaakbeurt toe? O ja… en je rug… o, die is zo breed, die kunnen we wel met zijn tweeën tegelijk natmaken! Toen Sanne op een gegeven moment besloot dat het nu eigenlijk ook wel

eens tijd werd om oma haar HAREN te wassen, redde mijn oudste dochter me door hun te vertellen dat dit even niet goed uitkwam, omdat oma moest gaan KOKEN! De tijd drong, ze mochten niet te laat naar huis vertrekken.

Vooral het toetje sloeg in als een bom: vanille ijs met chocolade saus, iets wat ze thuis bij hoge uitzondering krijgen. We hadden nog even een klein meningsverschilletje of ze wel of niet een slab aan moesten. Nee, natuurlijk niet, oma, we zijn al vijf en drie!

Toen de dametjes ten slotte na een autorit van meer dan een uur veilig bij hun ouders afgeleverd werden en Sanne op haar moeder afstormde, riep ze vol verve dat ze dit en dat en zus en zo had gedaan en ook zo heerlijk bij oma en opa had gegeten. ‘Ja, dat zie ik,’ merkte mijn dochter droog op. Haar hele jurkje zat onder de chocoladevlekken.

Daarna kon ze de beide kids direct door naar bed overhevelen, ze waren dood- en doodmoe en ik had van te voren bij ons thuis hun tanden al gepoetst. Tja, morgen weer naar school.

Leuke woensdag was voorbij.

Lees ook: in vuur en vlam