Toen ik na mijn verlofperiode van het eerste kind (vroeger kreeg je bij het onderwijs 8 weken voor en 6 weken na de bevalling, iets wat ik nooit haalde) weer terug op school kwam, zei iedereen tegen me: ‘Je wilt voorlopig vast geen tweede, hè? Eerst zelf herstellen, toch?’ Of: ‘Vind je het niet a-sociaal dat je met een kind blijft doorwerken? Nu hou je de baan voor een ander bezet.’

Ik haalde mijn schouders op en trok me nergens iets van aan. Ik wilde mijn kinderen vlot op elkaar krijgen, zodat ze later optimaal met elkaar konden spelen en optrekken.

Bij de tweede zwangerschap: ‘O, maar nu heb je helemaal geen tijd meer om er van te genieten. Baby’s worden zo snel groot!’ Bij de vierde zwangerschap kreeg ik te horen: ‘Kan jouw oppas dit wel aan, vier kleine kinderen?’ Tegen haar zeiden ze: ‘Houdt ze dit wel vol, met haar werk erbij?’ Natuurlijk hield ik het vol. Tanden op elkaar en doorgaan! Ik wilde het immers zelf? Soms stond ik voor de klas te tollen van de moeheid, wegens nachtelijke spookavonturen van de kids, maar uit ervaring wist ik dat zo’n periode gelukkig tijdelijk was.

De jongste twee kinderen heb ik gevoed tot een maand of zeven, acht, toen ze opeens de borst gingen weigeren omdat ze pap lekkerder begonnen te vinden. Hoe vaak maakte ik het in die tijd mee dat ik het laatste uur, met twee gloeiende meloenen die op knappen stonden, heel even aan straks voeden dacht, o, opluchting, en voor de klas mijn toeschietreflex voelde komen. Armen over elkaar gekruist houden en heel hard tegen je borsten aanduwen hielp dan nog een klein beetje. Een aparte kolfruimte? Daar had de schoolleiding nog nooit van gehoord. Hangend boven de wc moest ik in de grote pauze mezelf half en half als een koe melken, om de ergste spanning van de borsten te halen. Anders werd het echt onaangenaam. Als ik dan krampachtig met gekruiste armen voor de klas stond, vroeg een leerling wel eens: ‘Heeft u het koud? Zullen we het raam voor u dichtdoen?’ ‘Nee, nee, dank je wel, laat maar!’ Alleen al door aan het woord BABY te denken, begon ik al door te lekken. Laat staan dat ik moest uitleggen wat er met mij aan de hand was.

Hup, na de bel zo snel mogelijk naar huis, naar de oppas, die met een intens huilend kind op haar arm op de uitkijk stond. VOEDEN! Tijdens het voeden van de derde plunderden de oudste twee regelmatig de voorraadkast op chipjes. Bij de jongste las ik steevast voor. Poes op schoot, twee kinderen aan weerszijden, de oudste die het boek voor me omhoog hield en op de juiste momenten naar de volgende bladzijde bladerde. De baby die zich snel voldronk en vervolgens, met de tepel in haar mondje, verrukt om zich heen begon te kijken naar alle actie. Een kachel van vijf warme lijfjes! Jammer eigenlijk dat ik er geen foto’s van heb.

Lees ook: Hoed je voor bewaarzieke grootmoeders