Aanstaande maandag zullen de lagere scholen waarschijnlijk weer opengaan, las ik in het nieuws en ik voelde een kleine steek van weemoed:  Voorbij deze periode van lockdown en regelmatig ingeschakeld worden als oppas-oma en -opa. Maar heerlijk dat de kleinkids straks weer normaal naar school mogen gaan, dat is veel beter voor hun ontwikkeling. Wat heb ik trouwens genoten van al deze logeerpartijen en facetime momenten!

Verkeerd bezorgd

De laatste keer dat Sanne en Veerle kwamen logeren was op een vrijdag. ’s Morgens door onze dochter gebracht, tegelijk met de jongste twee, en de volgende morgen zouden we de twee kinderen weer terug naar huis rijden. Tosti’s, hadden de dametjes voor bij de lunch verordonneerd.  Veel tosti’s. Nou, hun wens geschiedde, ik stond al lang van tevoren in de startblokken. Wat we  ’s avonds zouden gaan eten, wilden ze daarna weten. Het gebruikelijke menu: kipjes, frietjes en groente (‘Hoeft niet op, als je niet wilt’) en… IJS! Met verse vruchtjes! Om toch nog een klein tintje gezond aan het menu aan te brengen. ‘Van welke vruchten houden jullie wel/niet?’ wilde ik ’s middags voor de zekerheid weten. Ik kreeg een helder antwoord: de een walgde van bananen, de ander van druiven. Mango bleek als de gemeenschappelijke smaak winnaar van zowel oma en opa als hun tweeën uit de bus te komen. Uit voorzorg begon ik dus de mango’s alvast schoon te maken en in stukjes te snijden. 

Veerle staarde na de frietjes verontwaardigd naar haar bakje met ijs: ‘Mango? Maar oma, DIT had ik niet besteld!’ Gelukkig haalde ze snel bakzeil en konden we even later aan het naar bed-gaan-ritueel beginnen. 

De babyfoon

Op verzoek van mijn dochter sliepen de dametjes niet in dezelfde kamer. Ik legde hun uit dat ik de babyfoon in de gang legde, zodat ze altijd met mij in contact konden komen. We probeerden het apparaat uit, Veerle riep iets en dan zei ik via het spreekknopje iets terug. Sanne had zich achter de Donald Ducks in haar eigen grote bed verschanst en deed niet mee aan dit vraag- en antwoordspel. Met zeven jaar ben je daar toch al te groot voor, oma! Ik begrijp heus wel hoe het werkt. 

Nauwelijks zat ik in mijn stoel, of de babyfoon kraakte. Veerle: ‘Oma, ik heb dorst, mag ik een slokje water?’ Daarvoor had ze uitgebreid haar tanden gepoetst en er een halve beker bij leeggedronken, dus dorst leek me ietwat onwaarschijnlijk. Maar toen Sanne op de achtergrond IK OOK riep, beschouwde ik hun vraag als een soort extra controle of ik inderdaad zou reageren en stond gehoorzaam op. 

Even later Veerles volgende vraag door de babyfoon: ‘Oma, ik wil graag een boekje lezen. Wil je mij een boekje komen brengen?’ Helaas voor haar bleek dit een ‘mission impossible’  te zijn, want plotseling had ik GEEN IDEE welke boekje ze nou precies bedoelde en het was al super laat en we hadden morgen ook nog een heel programma voor de boeg en ik lag ook al met één been in bed en opa sliep al en alle lichten in de kamer waren al uit en… ‘Welterusten, lieverd, nu lekker gaan slapen, hè?’ rondde ik al mijn verdere EN’S af. Haar welterusten dat ik aan de andere kant opving klonk ietwat teleurgesteld.

De braverds

De volgende morgen trof ik twee kleinkids muisstil spelend in de gang aan. De deur naar de speelkamer was gesloten. ‘Jullie mogen oma en opa niet wakker maken,’ had mijn dochter van tevoren gewaarschuwd. ‘Oudere mensen hebben veel slaap nodig.’ Ik had NIETS door de babyfoon gehoord. Zoet zoet zoet!