Onze kleindochter van net drie komt enthousiast binnenstuiteren. ‘Oma, oma, ga je mee naar de speelkamer?’ Ik zit achter de computer en schud mijn hoofd. ‘Straks. Even dit afmaken.’ Ze schurkt zich gezellig tegen me aan en kijkt mee naar het scherm. ‘Wat doe je?’  Aan de toon van haar stem kan ik afleiden dat ze absoluut van plan is om me als gezelschapsdame mee te tronen naar het trollenkasteel, de legpuzzles, de trommel en blokfluit, de lawaaipapegaaiauto’s, nee nee, niks werken, oma! Quality time met mij mij mij! Met een bijna onhoorbare zucht besluit ik de computer dan toch maar af te sluiten. 

Mijn eerste vriendje

Opeens valt haar blik op Heinzje, mijn rubberen speelgoedpopje, het enige stuk speelgoed uit mijn jeugd dat de tand des tijds en een jonger broertje en zusje heeft doorstaan. Hij staat verscholen achter het beeldscherm op een van de geluidsboxjes. ‘Wat is dat?’ vraagt ze. Ik pak Heinzje tevoorschijn. ‘Dat is nog van toen oma klein was. Kijk, dat wollen hemdje heeft MIJN oma destijds voor Heinzje gebreid.’ Ze draait hem om, staart peinzend naar het plasgaatje aan de onderkant. ‘Hij kan plassen,’ constateert ze nuchter. ‘Maar hij heeft niet zijn billen afgeveegd.’ Ik kijk met haar mee. Ze heeft gelijk, de onderkant van Heinzje ziet er groezelig uit, blijkbaar geeft het geluidsboxje een beetje zwart af. Hij voelt ook plakkerig aan. Zo te zien is Heinzjes rubber zwaar aan het crashen geslagen. Vertederd kijk ik naar de plek waar vroeger zijn rechter wijsvinger heeft gezeten. Afgebeten door mijn eigen koters, die opeens ruzie kregen om wie mama’s poppetje even mocht vasthouden. 

Omdat ik naar groep 3 ging

Ach, mijn kleine rubberen poppetje, wat heb ik daar veel mee gespeeld! Ik kreeg hem destijds voor mijn overgang van groep twee naar groep drie. Met moeite, want mijn moeder was het toen niet met me eens, zij vond dat ik geen recht had op een overgangscadeau zoals mijn drie oudere zussen. Van kleuterklas naar de basisschool was volgens haar een natuurlijk proces en verdiende geen beloning. Ik herinner me nog goed hoe ik eindeloos aan haar kop heb gezeurd dat ik dat niet terecht vond. Ik kon immers al lezen en schrijven! Nou ja, niet zo moeilijk, dankzij schooltjespelen met mijn oudere zussen, en ik was een late leerling. Uiteindelijk kreeg ik mijn zin. Net op tijd, want dit bleek het laatste exemplaar te zijn. Ik gaf hem de naam Heinzje omdat in het allereerste dikke boek uit de bibliotheek dat ik zelfstandig uitgelezen had (EEN JAAR BIJ DE FAMILIE DE BLOEME, mega christelijk, de gebeden en psalmen sloeg ik gemakshalve over) een jongetje te vondeling gelegd werd dat de naam Heinzje kreeg. Ik hoopte toen vurig dat wij ook eens zomaar een baby op de stoep vonden. Maar mijn moeder achtte die kans niet erg groot. Discussie verder gesloten.

Nog niet het einde

‘Wil je met Heinzje spelen?’ vraag ik voorzichtig aan mijn kleindochter. Ze schudt heel beslist haar hoofd. Hoeft niet, ajakkes nee, ze wil niet met een poppetje spelen dat niet net zoals zij ALS EEN DEFTIGE DAME poept. Dat betekent vanuit haar optiek op de wc, dus niet op mijn speciaal voor de kleinkids aangeschafte frisse en vrolijke Nijntje po, die is voor kleine kindjes. Waarna ze mij Heinzje onverbiddelijk terug geeft. ‘Bah, smerig ding, waarom gooi je hem niet gewoon weg?’ hoor ik haar bijna denken. Ik onderdruk een weemoedige glimlach. Nee, daar zijn Heinzje en ik nog niet aan toe, nog even uitstel van executie…

Lees ook: balletstudio lustrum