Sanne gaat binnenkort naar de BASIS-school en heeft inmiddels al haar eerste verjaardagspartijtje achter de rug. Een groot succes, vertelde mijn dochter. Ik luisterde naar haar verhalen over het partijtje en schoot in de lach. Grappig, zoals je in je kleinkind een bepaalde karaktereigenschap kan terug herkennen van haar grootvader. De erfelijkheid slaat weer toe, dacht ik. Mijn echtgenoot mocht destijds als kleuter de prins van Doornroosje zijn, in een groep 1-toneelstukje. Hij staarde peinzend naar zijn toekomstige prinses en dacht: DIE ga ik straks niet zoenen. Laat haar lekker doorslapen, haar moet ik niet. Hoe de juf ook soebatte en smeekte en dreigde hem uit zijn rol te zetten als hij niet… hij weigerde categorisch dat ene kleine meisje met een kus te wekken. Gevolg? Een ander kindje werd prins en hij keek vol leedvermaak toe hoe die zich als vierjarige teder over het -in zijn ogen- MONSTERTJE boog. Hoe dat op dat kleine meisje zou kunnen overkomen, daar was hij nog te jong voor om bij stil te staan. Misschien loopt ze nu al jaren bij een psych vanwege zijn weigering en is ze ongetrouwd gebleven of moet ze niets van mannen hebben. Wie weet.

Sanne kan ook heel principieel van haar nee een onverbiddelijk NEE maken. Ik mag dat wel.

Haar eerste verjaardagspartijtje… In mijn geheugen staat nog gegrift hoe ik bij mijn eerste kind, toen ze nog maar net op de basisschool zat, bij goede vrienden van ons in tranen uitbarstte. Hormonen, ja ja, ik weet het, ik was in die tijd hoogzwanger van de derde en maakte toen mee dat een aantal kleuters triomfantelijk wapperend met hun uitnodiging na school op hun moeders afstormde: ‘Mama, ik mag op HAAR partijtje komen!’ Mijn oudste keek bedremmeld toe. ZIJ was niet uitgenodigd. Ik dus in tranen omdat ze mijn kindje niet leuk genoeg vonden bla bla bla. Om mij te troosten mocht zij toen op het partijtje van hun zoon komen, dat als thema INDIANEN had, met alleen maar jongens die zij niet kende. Ze kan zich nog herinneren hoe de vader van de Jarige Job als een oude Indiaan met een verentooi over zijn voorhoofd whoe whoe whoe schreeuwend heen en weer rende op het grasveld en ze ten slotte met zijn allen in een soort tent zaten. Dat moest toen de wigwam voorstellen. Meer informatie kreeg ik er destijds trouwens ook niet bij haar uit.

Het voorbeeld van een thema partijtje houden nam ik meteen over. Niks geen kasteel bezoeken of ergens gaan zwemmen, ik hield de regie strak in eigen hand en deed spelletjes, knutselde, vertelde verhalen etc. Na afloop was ik helemaal afgepeigerd, maar in mijn herinnering was het altijd een groot succes. Toen onze zoon vijf werd, koos ik het thema ROVERS. We begonnen met maskers maken. Uiteraard had ik de maskers van tevoren uit karton geknipt. Iedereen met zijn tong uit de mond inkleuren, elastiekjes eraan en hopla, we gingen buiten een schat zoeken. Chocolade munten, die ik ergens in het park verstopt had, aan de hand van een op het niveau van een vierjarige kleuter uitgezet speurtochtje. Ik had hen geleerd dat ze tijdens het zoeken achter elkaar in een rij moesten sluipen, terwijl ze OELE TAM TAM TAM WIJ ZIJN VAN DE ROVERSSTAM mompelden. Niet schreeuwen, rennen of stampen, nee, dat deden rovers niet. Rovers waren stiekem en gevaarlijk en juist muisstil. De gevonden schat werd thuis meteen verorberd en daarna volgde de rest van het verjaardagspartijtje-programma.

Uiteindelijk liet ik alle rovers in het donker in een cirkel zitten met EEN KAARSJE in het midden, hun maskertjes op en alle lichten in de kamer uit, en ik vertelde hun een bloedspannend verhaal. Ze waren doodstil. Ik zag alle ogen door het masker glinsteren van spanning. Natuurlijk liet ik het verhaal goed aflopen, er vielen onder de rovers geen doden en ook niemand werd gearresteerd, waarna ze allemaal zuchtten van opluchting. Toen de ouders hen ten slotte kwamen ophalen, droegen alle rovertjes hun masker. De volgende dag stormden de kleuters die waren uitgenodigd met hun maskertje op uit school naar buiten en vertelden sommige moeders mij dat ze geen touw konden vastknopen aan het verhaal dat hun zoon over het partijtje had opgedist: ‘Ja, hij vond het fantastisch, maar hij heeft vannacht geen oog dichtgedaan. Hij moest en zou met zijn masker op slapen en stuiterde de hele nacht door.’

Lees ook: van consultatiebureau naar schoolarts, het blijft ellende