Een oud gezegde is dat kinderen en dronken mensen de waarheid spreken. Hmmm, ik hoop eigenlijk maar van niet. Ik kan me nog goed herinneren dat mijn jongste een opmerking maakte waar ik het liefst GEEN kern van waarheid in wilde ontdekken. Het zat zo. Ze was tweeëneenhalf en zou naar de peuterspeelzaal gaan. Om te vieren dat het haar laatste momentje samen met mama op haar moeders vrije dag was, voordat ze de plons in het ‘diepe’ van de wereld ging wagen, besloot ik met haar een ochtendje Den Haag te gaan doen. Wij eerst naar het Mauritshuis, alleen maar om haar de stier van Potter te laten zien. Waarom ik me dat toen in mijn hoofd had gehaald, ben ik dus volslagen vergeten. Ze stond perplex, rukte zich los en zei heel beslist: ‘Die ga ik aaien.’ Waarop een suppoost tevoorschijn schoot, zich razendsnel tussen haar en het schilderij opstelde en me sommeerde dat ik het kind ECHT goed in de gaten moest houden. Of anders alsjeblieft weg, mevrouw. Ik koos veiligheidshalve voor het laatste. Wij vervolgens naar de Bijenkorf, voor een taartje met chocolademelk. Het taartje liet ze ter plekke al bij de eerste hap ondersteboven op de grond vallen. Reddeloos verloren. Diepe teleurstelling van haar kant, alleen op te lossen door –zucht- een nieuw taartje te halen. Ze peuzelde alles –uiteraard met mijn hulp, dat werd toen gelukkig wel geaccepteerd- innig tevreden weg en kondigde daarna aan dat ze moest PLASSEN. NU, MAMA! Expeditie toilet zoeken was aangebroken. Na drie roltrappen waren we eindelijk boven en hielp ik haar –met de deur open- om keurig op de wc te plassen. Missie volbracht. ‘Nu wil ik eigenlijk ook wel even,’ zei ik. Maar het hokje bleek voor ons tweeën te klein, dus ik zei haar dat ze buiten moest wachten. ‘Ik hou de deur op een kiertje. Dan kun je naar me kijken.’ Ik hoorde aan de andere kant van de deur vrouwenstemmen tegen haar aankletsen en zij antwoordde vrolijk terug, alles ging dus goed. Tot ik haar opeens hoorde vertellen: ‘Ja hoor, hier zit mijn mama. Ze heeft dikke billen. Wil je haar dikke billen zien?’ Tot mijn ontsteltenis zag ik de kier van de deur groter worden… Maar gelukkig was ik net op tijd klaar. Nou ja, bijna. Besmuikt gelach van de andere vrouwen toen ik het hokje uitvloog, mijn broek nog half open.

Onze kleindochter deed er nog een schepje boven op. ‘Wat ga je doen, oma?’ vroeg ze. ‘Ik ga me verkleden, mijn badpak is nat en dat voelt koud aan.’ Ze liep achter me aan de badkamer in. Toen ik mijn badpak uittrok, ik heb daar totaal geen schaamte voor om dat te doen waar zij bij is, rolden haar ogen van verbazing bijna uit haar hoofd. Ze begon keihard te lachen. Toevallig wist ik heel zeker dat ze haar moeder regelmatig ook bloot heeft gezien, dus ik begreep haar reactie niet helemaal. Pas toen ze onze slaapkamer uitrende en tegen mijn dochter riep: ‘Ik heb oma’s blote billen gezien!’ viel bij mij het kwartje. Dat ook een oma onder haar kleren NAAKT VEL heeft, is voor een kleinkind blijkbaar erg grappig.

Een keer daarna vroeg ze opnieuw: ‘Oma, wat ga je doen?’ Ze kreeg weer hetzelfde antwoord. Ze liep ook nu weer met me mee naar onze slaapkamer, staarde aandachtig naar mijn blote lichaam en zei plotseling: ‘Heb jij ook een baby’tje in je buik, oma?’ Hmmmm. HMMMM. Over dit kwartje heb ik nog niet nagedacht. Daar WIL ik trouwens ook niet over nadenken! Maar ik moet wel een beetje strenger aan de lijn gaan doen, geloof ik. Tenminste, als kleine kinderen INDERDAAD de waarheid spreken…

Lees ook: geen olifant is veilig meer