Onze jongste dochter logeerde met haar kind en vriend bij ons, samen met een bevriend echtpaar dat een zoontje van ruim anderhalf heeft. Onze kleindochter had de dag ervoor al uitgebreid met ons, oma en opa, gespeeld. Dus de zitkamer hadden we al volledig omgebouwd tot haar persoonlijke speelgoedparadijs, met overal het voor haar bekende speelgoed dat helemaal van HAAR alleen was, nou ja, oma mocht er ook wel even meespelen als het de tweejarige goed uitkwam: ‘Omaaaaa… sittuh! Omaaaaaa… leeesuh!’

Op diezelfde dag was ook een goede vriendin bij ons langsgekomen, die ons ruimhartig de plastic speelgoedauto van haar zevenjarige kleindochter had geschonken. Met FROZEN stickers erop, in de kleur roze, een echt meisjesding. ‘Ze is er inmiddels te groot voor geworden,’ vertelde mijn vriendin, ‘ik heb het met haar overlegd en ze vond het goed. Ze weet dat jullie een tsunami aan kleinkinderen hebben, dus jullie kunnen hem vast wel gebruiken.’ Dat klopte. Wat een luxe, we hadden nu de beschikking over TWEE speelgoedauto’s! In het nieuwe exemplaar verwisselden wij de lege batterijen en waarlijk, het ding begon mega herrie te maken, gilde muziek naar buiten, liet allerlei lampen aan en uit flitsen zodat onze kleindochter volop genoot van deze hysterische lawaailichtbundel en wij naarmate de dag vorderde toch wel  een beetje tureluurs begonnen te worden van het onverwachte lawaaierige succes. ‘We kunnen altijd nog de batterijen eruit halen,’ troostten we elkaar.

We waren benieuwd hoe ze zou reageren op het jongetje. Met haar neefje en nichtjes is onze kleindochter altijd meteen in voor allerlei ren- en struikel- en verstopspelletjes. Maar ja, die kleinkids kent ze natuurlijk goed. ‘Pakken,’ roept ze bijvoorbeeld wild enthousiast en dat moeten ze allemaal in een lange sliert achter haar aanrennen. Dit jongetje was voor haar een nieuw onbekend exemplaar. Toen hij nauwelijks binnen gekomen op haar houten garage afstormde en direct een autootje in de lift naar beneden keilde, zag ik haar gezicht betrekken.  What the fuck, wat krijgen we nou? Is the great terminator soms gearriveerd? Ze bleef als bevroren staan kijken hoe een tweede autootje hetzelfde lot onderging. MIJN garage, MIJN lift, wat denkt hij wel?  Daarna koos hij voor de speelgoedauto die we al hadden, die met het grappige laadklepje waar je SPEEN in kunt kieperen, en begon buiten rondjes op het gras te rijden. Hoofdschuddend besteeg ze binnen in de kamer FROZEN. Ha ha, sukkel, de mijne maakt lawaai! Dat had dat jongetje ook in de gaten. Het duurde dan ook niet lang of hij nam zijn kans waar toen onze kleindochter de lift van de garage probeerde te herstellen en hij maakte zich meester van haar roze auto. Ze verstarde. Haar blauwe ogen spatten vuur. Dit ging de verkeerde kant op! Dit werd oorlog! Ze wachtte net zo lang tot hij afstand had gedaan van FROZEN en weer helemaal verdiept was in het reorganiseren van de lift-met-autootjes. Toen greep ze beide speelgoedauto’s bij hun handvat en sjouwde ze naar  buiten, als een buit aan weerszijden van haar lichaam bungelend: verstoppen die handel, ergens ver weg waar the great terminator nog niet geweest is! Gna gna gna!

Op een gegeven moment gingen we met zijn allen zwemmen, want het was prachtig weer. Het jongetje liet zich gillend van de pret in de armen van zijn moeder glijden en dobberde innig vergenoegd tussen zijn ouders heen en weer. Onze kleindochter bleef met een bedenkelijk gezicht vanaf het trappetje naar hem loeren. Uitslover! Aandachtstrekker! Durf je wel, tegen een ouder kindje met watervrees? Haar tot watje bestempelen?

De volgende dag, toen hij na een heerlijke nachtrust (die van haar, hij was wakker geschrokken van het licht, toen zijn ouders naar bed gingen en weigerde toen verder te slapen) plotseling op FROZEN klom, nam ze een kloek besluit en greep de oudste auto, die nog zonder lawaai (lege batterijen) was en botste expres tegen hem aan. Sodeju, wat een knal, hè? Hopelijk ben je goed verzekerd? Blijkbaar kon het jongetje de botsing goed waarderen,  want daarna gingen ze als ware Mini-Maxjes luid gillend achter elkaar aancrossen, tot hun beentjes moe werden. Vervolgens deelden ze de lift van de garage gebroederlijk en kwamen tot de ontdekking dat je behalve auto’s ook poppetjes en spenen naar beneden kon keilen. Resultaat: een vet gelach.

Later deden wij veiligheidshalve ook in de oude speelgoedauto nieuwe batterijen, om de toekomstige concurrentieslag tussen onze kleinkids rond de beide speelgoedauto’s een beetje te verkleinen. De twee peuters wilden vervolgens niet meer naar huis, toen de ouders besloten dat het tijd werd om te vertrekken. Hè neeeee! Hier is het net zo leeeeeeuk! Bijna Zandvoort!

Wat zou de wereld er anders uitzien, als wij volwassenen ook zo snel en gemakkelijk de concurrentie met elkaar konden uitschakelen. Ik was heel trots op onze kleindochter!

Lees ook: de operatie