Afgelopen week op was de documentaire over Ed Houben op televisie. Hij is de zogenoemde man van honderd kinderen. Dat wil zeggen dat er meer dan honderd kinderen van hem rondlopen in Maastricht en omstreken. Niet doordat hij een sexy man met een goddelijk lichaam is, die elke vrouw het bed in kletst. Nee, hij heeft zoveel kinderen omdat hij superzaad zou hebben.

Ed Houben is een extreem gewilde zaaddonor. Veel stelletjes met een kinderwens, waar bij het zelf om wat voor reden dan ook niet lukt, kloppen bij hem aan voor zijn vorm van witte goud. De wijze van ontvangst kan op de klassieke manier, maar ook door middel van het zelf in te spuiten. Pas bij succes is zijn missie volbracht, zegt hij.

Alhoewel ik zijn gulle daad erg nobel van hem vind vraag ik me af of ik zelf zo ver zou willen gaan. Ik heb gelukkig nooit voor een dergelijke keuze gestaan, dus weet ook niet hoe ik uiteindelijk gehandeld zou hebben. Er is zoveel dat mij tegen zou houden. Allereerst ben ik ontzettend bang voor soa’s. De heer Houben doet dit als vrijwilliger en wordt dus niet medisch gecontroleerd. Ook zal je de man ontmoeten. Dan heeft de absolute anonimiteit toch mijn voorkeur. Als ik in de buurt van Maastricht zou wonen zou het al helemaal geen optie voor me zijn. Daar lopen al ruim honderd andere kinderen van hem rond. Wat als mijn kind dan verliefd zou worden op één van zijn nazaten? Kleine kans, maar toch een aanwezige kans. Het is niet voor niets dat donorbanken het beperken tot vijfentwintig donaties per man.

Nogmaals, dit zouden mijn overwegingen zijn. Ik heb het geluk, dat ik er verder niet over na hoef te denken. Toch heb ik diep respect voor Ed Houben, dat hij van zoveel stelletjes de kinderwens in vervulling heeft laten gaan. Daar kan ik alleen maar positief over zijn.

Één van mijn trouwe lezers vertelde mij dat zij en haar man ook een spermadonor hadden voor hun derde kindje. Het is zo’n bijzonder, en helaas ook deels verdrietig, verhaal dat ik het echt met jullie wil delen.

Onze kleine meid Robin werd geboren op 26 november 2007, onze oudste Daan was toen net twee. We waren zo blij, na onze knul een meid, precies wat we graag wilden. Tijdens de zwangerschap zijn we een goed geschrokken, het bloed liep me letterlijk langs de benen en de verloskundige was bang dat t mis was, ik was toen 18 weken. Gelukkig lag ze op de echo vrolijk te zwaaien. Ook tijdens de bevalling ging t goed mis, de nageboorte kwam niet en ik verloor veel bloed. Het duurde naar ons idee heel lang voordat de ambulance kwam en ik had t bijna niet gered. Maar gelukkig krabbelde ik weer op. Robin was altijd te moe om te drinken, dus borstvoeding lukte niet. Ook toen ze ouder was wilde het eten niet lukken, dus met negen maanden oud, zat ze nog steeds op flesvoeding en fruithapjes. Verder was t een gezonde makkelijke meid. Een verademing naast onze oudste driftkikker 🙂 ze liep met negen maanden ook haar eerste stapjes, dus daarin was ze wel snel. Toen ze bijna tien maanden was ging t mis. Na een bezoekje aan een vriendin legde ik haar in bed en ging met de oudste in de tuin spelen. Ze sliep altijd wel veel en lang maar tegen kwart over vier wou ik haar wakker maken. Toen ik haar kamer opliep waren haar lippen blauw. Ik heb haar opgepakt en ben naar onderen gerend. Heb de ambulance gebeld en ben begonnen met reanimeren. De ambulance was er vrij snel, en ze namen t van me over. Daan stond naast me en zei mama komt wel goed hoor. Na een tijdje wilden ze haar meenemen naar Maastricht. Daan is bij de buurvrouw gebleven en ik ben in de tweede ambulance achter haar aangereden. Mijn man was op dat moment ook al onderweg vanuit zijn werk, maar eerst naar huis, omdat ik vergeten was te bellen dat we naar t ziekenhuis gingen. Ik had de deuren en alles open laten staan en er lag bloed. Dus hij heeft alles opgeruimd en is toen met de buurvrouw richting ziekenhuis gekomen. Inmiddels in het ziekenhuis wilden ze het reanimeren opgeven. Maar ze wilden doorgaan tot mijn man er was. We waren toen al bijna een uur verder, je weet dat t niet meer kan en toch blijf je hopen. Zeker als ze de adrenaline inspuiten en je ziet de hartslag opkomen, maar dan moet t hart t zelf overnemen en dat gebeurde niet. Toen mijn man binnen kwam, zijn gezicht is niet te beschrijven. Je bent zo ongelooflijk kalm, in shock. Ik kon niet huilen. Thuis wel, maar daar niet. En dan moet je wachten, want ze moet worden nagekeken door de patholoog om te kijken wat er gebeurd is. En ik neem aan om te kijken of t wel een natuurlijke dood is. Om tien uur s avonds kregen we te horen wiegedood. Dus eigenlijk weet je niks. Ze konden haar ook openen maar de kans was twee procent dat ze iets zouden vinden dus daar hebben wij niet voor gekozen. Verder wil ik eigenlijk niet vertellen hierover want ik vind t heel zwaar om hier over te schrijven. Ze is gestorven 9 september 2008.image2

Na een ruim jaar hebben we het toch gehad over nog een kindje, maar mijn man heeft zich ( in overleg natuurlijk) laten helpen toen Robin 6 maanden was. We waren compleet. Ik kon de pil slecht verdragen en nu was het zijn beurt vond hij. Dus wij naar cz bellen of dat vergoed werd onder deze omstandigheden. Maar hoe erg ze het vonden dat deden ze niet. Dus ja dan houdt t op. Twee jaar later hoorden we over mesa en pesa behandeling, dan halen ze zaad uit de teelbal en dan insemineren, dat word wel vergoedt. Maar tot onze frustratie doet geen enkel ziekenhuis dit tenzij eerst een hersteloperatie word uitgevoerd en die mislukt. We hebben in België en Duitsland geïnformeerd, maar helaas. Dus weer terug bij af. En dan ga je verder denken. Een pleegkindje, die gaan weer weg. Een donor is mijn man lang tegen geweest, bang dat hij van dat kindje minder zou houden. Maar als je geen andere optie meer hebt, dan sta je er toch voor open. Maar er is een gigantische wachtlijst. En ik was toen toch al 33 en Daan word ook steeds ouder. Dus zijn we verder gaan zoeken. In de familie en vriendenkring waren geen opties. En dan ga je internet op. Daar zijn genoeg sites, maar Jezus wat zitten daar een hoop gekken tussen. Voordat je je daar eens doorheen geworsteld hebt. Maar toen na een half jaar zoeken en heen en weer e-mailen hadden we iemand gevonden. Met papieren dat hij zich iedere drie maanden liet testen, op ziektes en erfelijke ziektes. De eerste keer dat hij kwam was heel vreemd, maar het was een prettig persoon. Hij wou ook maar vijf stellen helpen, dus niet dat er dalijk 100 half broers en zussen rondlopen. Als de kleine ooit ziek word is hij bereid om te helpen als dat mogelijk is. En hij kan hem later ontmoeten als hij dat wil. Een keer per jaar vind hij t leuk om een foto te krijgen, maar is geen must. 

En ja dan die eerste keer insemineren. Klinkt leuk, is t niet. Ja t is spannend. Maar mijn man had er moeite mee, dus zou ik t alleen doen. Dus meneer vult potje en zegt gedag. Ik naar boven spuitje, potje, kussen onder de kont en hoppa. Het ging op zich goed, maar ik voelde me schuldig, alsof ik vreemd ging. Slaat nergens op, maar zo voelde t wel. En voor mijn man ook. Een moeilijk gevoel, maar je doet t voor t eindresultaat. De eerste keer was raak, maar helaas kwam t vruchtje na vijf weken af. De tweede keer ging t al wat beter. En toen ging t ook goed. Normaal zeggen ze een half jaar bij inseminatie, dus we hebben geluk gehad. De zwangerschap ging goed. Ik had er vanaf dat moment ook geen moeite meer mee. Mijn man wel. Die liep toch met t idee, mijn vrouw is zwanger van iemand anders, ga ik er wel genoeg van houden. Dat is moeilijk maar we konden er goed over praten. 

De bevalling was geweldig, wel in t ziekenhuis voor alle zekerheid, maar deze keer ging alles goed. We hebben t echt met z’n tweetjes gedaan, alleen bij t persen was de verloskundige, maar mijn man heeft onze zoon Thies ter wereld gebracht. En t was liefde  op t eerste gezicht. Vanaf dat moment heeft hij niet meer getwijfeld. Hij heeft zelfs meer een klik met hem dan met de oudste 🙂 

Thies is geboren 26 februari 2014. We vinden t wel heel speciaal dat de 26e ook bij Robin was.

We zijn blij dat we hiervoor gekozen hebben. Wat het gaat geven als hij ouder is, geen idee. We gaan het hem wel gewoon vertellen en spelenderwijs, vanaf dat hij gaat vragen hoe baby’tjes geboren worden. Geen serieus gesprek als hij tien is of zo. En dan hopen dat t gewoon goed verloopt. Ja hij mag dan een donorkindje zijn, en het is dus niet zijn “echte” vader, maar we wilden hem zo graag, we hebben meer moeite moeten doen als de gemiddelde ouder, dus hij was extra gewenst. We hopen dat we dat op hem kunnen overbrengen.