Vanochtend mocht ik naar de gynaecoloog voor mijn check-up. Zoals gebruikelijk heb ik eerst een uur in de wachtkamer mogen vertoeven voordat ik naar binnen geroepen werd. Gelukkig ging er een vriendinnetje mee en gaf het ons de gelegenheid even bij te kletsen. Ik had gelijk al een overwinningsmoment voor mezelf, want ik zag een baby’tje van zeven weekjes jong en had niet de neiging in janken uit te barsten. Het helen is dus begonnen!

De afspraak stelde niet zoveel voor. De gynaecoloog vroeg hoe het me ging en hoe het weekend verlopen was. Daarna volgde de inwendige check-up. Mijn baarmoeder is nog niet leeg, want de miskraam is nog in volle gang. Met andere woorden ik was er te vroeg. Het zag er wel naar uit, dat het allemaal goed zou komen en er geen curettage meer nodig zou zijn. Zekerheidshalve moet ik volgende week nog terug voor een controle. Prima, want dan kunnen ze gelijk mijn rinkelende eierstokken bekijken of er al wat aan komt ;-).

Het vruchtje is er nog niet uit, dat kon ze in ieder geval zien. Voordat ik het door had pakte ze een tang om het er uit te trekken. Nou, dacht het even niet! Als ik mijn benen ter plekke bij elkaar had kunnen doen had ik dat ook zeker gedaan. Ze keek me verbaasd aan en vroeg wat het probleem was. Waarom zou je iets er uit trekken als het ook vanzelf los gaat laten? Het ziet er niet voor niets toch nog? Bovendien was het de vorige keer, dat een gynaecoloog daar rommelde, mij alles behalve goed bevallen. Ze begreep mijn reactie niet helemaal, maar eerlijk gezegd boeit me dat totaal niet. Ze had het ook eerst even kunnen vragen aan mij en niet gelijk de tang hoeven te pakken. Bovendien wil ik niet op die manier het vruchtje zien, als ik het al wil zien.

Het lijkt er dus op dat mijn miskraam tragedie eindelijk een einde begint te naderen. Tijd om weer naar de toekomst te kijken en het geluk dat we al hebben. De mini krijgt een plekje in mijn hart en de echo foto op mijn nachtkastje. Daar laat ik het dan voor nu ook bij.