De kogel is door de kerk: ik ga niet meer terug naar het consultatiebureau. Althans, wel nog voor de prikjes en metingen, maar niet meer voor “advies”. Mijn grens is echt gewoon bereikt en ik ben het zat om zo onzeker en verdrietig gemaakt te worden elke keer. Ik zal je vertellen wat er gebeurd is.

Bijna twee weken geleden mocht ik met de jongste twee voor een controle naar de verpleegkundige van het consultatiebureau. Zoals ik al eens eerder heb laten weten, ben ik niet altijd fan van deze dame en na deze afspraak al helemaal niet meer. Veerle nam ik mee voor haar drie jaar en drie maanden controle en Noor had een acht maanden check.

De verpleegkundige begon de controle met de oudste. Veerle moest blokjes stapelen en een oogtest afleggen. Het laatste ging uitstekend. Het blokjes stapelen was voldoende. Dit alles werd door de peuter uitgevoerd gekleed in niet meer dan een onderbroek.  Toen haalde de verpleegkundige de groeicurves erbij. Veerle was een klein beetje omhoog gegaan en zat dus net iets boven de 0-lijn qua gewicht. Niets aan het handje toch? Nee, de verpleegkundige vond haar te dik en we moesten haar maar wat minder eten geven.  Omdat ze iets omhoog was gegaan op de curve. Als ze van haar computerscherm had opgekeken, had ze een praktisch naakte peuter zien staan en zelf kunnen concluderen dat deze echt niet dik is.

Toen begon de baby controle. “Ze is wel wat slapjes”. Ja, dat staat ook in het dossier en het heet hypotonie. Het hielp natuurlijk ook niet dat op dat moment Noor weer goed ziek aan het worden was en gewoon geen energie voor wat dan ook had. Iets wat ik ook aangaf bij de verpleegkundige, maar waar niet op ingegaan werd.  Vervolgens hield de verpleegkundige een klein blokje voor de ogen van Noor met de bedoeling dat ze deze zou pakken.  Natuurlijk deed ze dat niet en daar was de dame verbaasd over wat mij meer verbaasde. Ik had immers net daarvoor aangegeven dat Noor loenst en ze vermoedelijk minder en/ of minder diepte ziet dan gemiddeld. Bovendien was ze niet lekker. Ik zou juist verrast zijn geweest als ze het blokje gespot had en had vast gepakt.  Luisterde de verpleegkundige wel naar iets wat ik zei?

Vervolgens werd de arts erbij geroepen. Die onderzocht haar welgeteld twee minuten en concludeerde dat Noor een ontwikkeling had van een baby van drie maanden waarna ze de kamer verliet. Mijn hart brak in duizend stukjes en ik was aan het vechten tegen de tranen. Ik wist dat als ik daar in huilen zou uitbarsten, de verpleegkundige het zou noteren in het dossier van Noor; “moeder heeft last van oncontroleerbare emoties”. Het enige wat ik kon doen was zo snel mogelijk weggaan.

De hele dag ben ik van slag geweest. We weten dat Noor qua lichamelijke ontwikkeling achter loopt, maar vijf maanden zou wel erg veel zijn. Gelukkig konden manlief, de fysiotherapeut en haar surrogaat moeder mij enigszins geruststellen en helpen herinneren aan de ontwikkeling die Noor wel al getoond heeft.  En ze zal toch eerst weer moeten herstellen van (anderhalve maand!) ziek zijn voordat ze weer door kan groeien. Het was dus erg kort door de bocht van de arts en totaal onnodig geweest om zoiets op die manier te zeggen.

Door dit alles hebben we dus besloten niet meer terug te gaan naar het consternatiebureau. Noor wordt toch binnenkort gecheckt door de kinderneuroloog en is al onder behandeling bij de oogarts, dus ik zie geen toegevoegde waarde van het consultatiebureau. Zij mogen hun tijd aan anderen spenderen, want ik ben er klaar mee!