Afgelopen weekend ben ik met Sanne weer eens naar een binnen speeltuin geweest, ook wel bekend als krijspaleis. Ik kan haar geen groter plezier doen dan lekker even te laten klauteren en glijden en met de ballen in de ballenbak te spelen. Daarnaast denk ik ook dat het nog best wel eens goed kan zijn voor haar motorische ontwikkeling, want ik merk dat ze steeds meer dingen gaat doen als we weer een paar keer zijn gaan spelen. Ik vind het hele concept van de binnenspeeltuin echt fantastisch, maar ik kan me ook zo ergeren aan andere mensen en dan bedoel ik vooral de kinderen.

Hoe vaak heb ik kinderen elkaar niet zien wegduwen van een trampoline of glijbaan. Oké, dat hoort misschien ook wel bij het kind zijn, maar als ik één van mijn kinderen dat zie doen zou ik ze wel er op aanspreken. Maar dat is nog niets eens mijn grootste ergernis. Nee, wat ik echt vervelend vind zijn die grotere kinderen, die het nodig vinden te “spelen” in het gebied voor de 0 tot 4 jarigen. Er worden met blokken gesmeten en de ballen vliegen je vaak om de oren, maar belanden overal behalve in het daarvoor bestemde badje.En (bijna) geen enkele ouder die zijn/haar kind corrigeert op diens gedrag. Ook het personeel van de meeste binnenspeeltuinen treden niet op als er oudere kinderen baldadig gedrag vertonen in de 0 tot 4 weide. Tja, dan ben je bij mij aan het verkeerde adres, want ik vertel het kind wel gewoon dat er kleine kindjes zijn en dat ze dus maar gewoon ergens anders moeten ravotten. Er zijn genoeg speeltoestellen waar ze hun energie kwijt kunnen zonder dat de ukkies er hinder van ondervinden.

Dus ja, een binnenspeeltuin is heerlijk, maar het betekent niet als ouder dat je je kind maar zijn gang moet laten gaan en niet meer hoeft te corrigeren. Opvoeden is nou eenmaal een voortdurende taak, dat niet verdwijnt zodra je een krijspaleis binnen treedt. Toch?