Na de ergernissen van de dames van het kinderdagverblijf, kon die van de lerares van de basisschool natuurlijk niet achterwege blijven. Vandaag het eerste deel van de ergernissen van een lerares met 16 jaar leservaring en 10 jaar moederschap.

1. Regelmatig te laat komen
 
Iedereen overkomt het wel eens, en als het een paar keer gebeurt, dan moet daar niet moeilijk over worden gedaan. Bij sommige leerlingen en ouders echter, is het meer regel dan uitzondering. Voor de leerkracht en de leerlingen is het vervelend als tijdens de uitleg of het kringgesprek een leerling de klas binnenstapt; deze onderbreking zorgt nou eenmaal voor onrust. De redenen voor het te laat komen, zijn nogal uiteenlopend. Een tikje gênant is het als de leerling toch wel een heel andere reden aandraagt dan van de ouder zelf:
 
“mijn kind eet zo langzaam”,
“broer/zus wou niet naar school”,
“broertje/zusje had net voor vertrek alles onder gepoept/gespuugd/geplast“,
“we wilden even lekker uitslapen” (uiteraard hoor ik deze alleen van de leerling!),
“het regende, dus we hebben gewacht totdat het droog was”,
“de schooltas was kwijt/gymschoenen waren zoek”
“mijn moeder was haar autosleutels kwijt”
“mijn vader moest heel lang poepen”
“ik moest mijn huiswerk nog maken” (de reden van de leerling, om 9:00 uur)
 
Soms krijg ik geen reden te horen, maar zie ik alleen maar de hand van de ouder, die het kind vanachter de deur de klas binnen “schuift” om er dan zelf snel (en het liefst onzichtbaar) er vandoor te gaan…
 
2. Geen eten/drinken/gymspullen/reservekleding
 
Regelmatig komen kinderen (soms licht paniekerig) melden dat ze geen eten en/of drinken bij zich hebben voor de pauze of de overblijf. Vaak wordt dit opgelost door leerlingen hun eten met een ander te delen en elke klas heeft gelukkig wel een kraan. Soms gaat de broodtrommel van de leerkracht open om het kind toch te voorzien van iets te eten tijdens de overblijf.
 
Lastiger is het als de leerlingen geen gymspullen bij zich hebben, of dat deze te klein zijn (met name de gymschoenen). Tip dus van mij: check om de paar maanden of de gymschoenen nog wel lekker zitten.
 
Kleuters hebben nog wel eens “ongelukjes”. Geen probleem; groep 1/2 heeft altijd wel reservekleding en zelfs in een aantal groepen 3 ligt nog wat extra kleding.
Maar deze dient dan wel weer zo snel mogelijk (gewassen) terug gebracht te worden naar school; liever niet pas na 3 weken en 10 keer vragen….
 
3. Discussiëren met de leerkracht onder schooltijd
 
Sommige ouders denken dat ze een probleem of situatie wel “even” kunnen bespreken met de leerkracht, terwijl deze bij de klasdeur staat om de leerlingen te begroeten. En zich op dat moment richten op de kinderen; even peilen met welk gevoel het kind de klas in stapt. De leerlingen zelf willen soms ook nog even iets kwijt aan de juf of meester voordat de les begint. Natuurlijk kan er bij binnenkomst doorgegeven worden dat het kind slecht heeft geslapen, zich niet lekker voelt, huisdier is dood gegaan enz., dat is alleen maar handig om te weten, zodat er rekening mee gehouden kan worden.
Veel ouders begrijpen dit, maar er zijn ouders die, vaak op dat moment overmand door emoties, met veel poeha de klas binnenstormen en dan (het liefst op luide toon) melden wat hun kind, of henzelf, dwarszit. Naast dat de klas steeds onrustiger wordt (immers, de aandacht van de leerkracht is bij de ouder), vangen de leerlingen ook vaak flarden van het gesprek op, dat mogelijk ook niet geschikt is voor kinderoren.
 
4. “Mijn kind heeft (altijd) gelijk”, het liefst met het kind erbij.
 
“Mijn kind zegt dat u… en daar ben ik het niet mee eens!” Als je het gezag van de leerkracht met de grond gelijk wilt maken, dan moet je als ouder je beklag over de leerkracht doen waar je kind bij staat… ja echt, dit gebeurt. Veel leerkrachten zullen het met mij eens zijn: dit is not done. Andersom kan in mijn ogen trouwens ook niet: de ouder “op de vingers tikken” waar het kind bij is. Idealiter zouden ouders en leerkracht een team moeten vormen om het kind zo optimaal mogelijk te kunnen ondersteunen, en dit ook uistralen naar het kind toe. En natuurlijk, je kunt het niet altijd met elkaar eens zijn, maar bespreek dit dan zonder kind erbij.
 
Ouders die denken dat hun kind “nooit wat doet” of “zoiets nooit zal zeggen”, komen bedrogen uit. Als volwassenen even niet kijken, kan zelfs het braafste kind ineens venijnig uit de hoek komen (overigens is daar niet altijd iets mis mee).
 
5. Een ziek kind naar school sturen
 
Veel gezinnen bestaan uit werkende ouders, en dan is het ook begrijpelijk dat opvang bij ziekte niet zo makkelijk te regelen valt. Maar een spugend kind met diarree en/of koorts naar school sturen, is voor niemand een goede oplossing. Voor het kind zelf niet (heel zielig), voor de klas niet (besmettingsgevaar) en grote kans dat je zelf als ouder ook niet erg relaxed op je werk zit. Voor de leerkracht is het ook niet prettig; een paar keer in het jaar mag de leerkracht in de klas braaksel opruimen, hopende dat de andere kinderen er niet doorheen lopen of erger nog, er ook misselijk van worden….
 
6. Roddelpraat met andere ouders (bij het hek of op whatsapp)
 
Hoe verleidelijk is het, om te klagen over die ene leerkracht (of over dat vervelende klasgenootje van je kind) bij de andere ouders. Ik denk dat we daar ons allemaal eens schuldig aan maken, maar als het ons dwars zit, en we willen dat er iets aan wordt gedaan, stap dan naar de leerkracht in kwestie. Kom je er dan nog niet uit, dan is er nog altijd een directie die je kunt aanspreken.
Als ik dan een nog tip mag geven, houd deze volgorde ook aan; leerkrachten zijn net mensen, ook zij kunnen zich gepasseerd voelen 😉
 
7. Conflicten met andere kinderen “zelf even oplossen”
 
Het is begrijpelijk dat je voor je kind opkomt als het niet lekker loopt op school, maar het ligt er wel aan hoe dit wordt aangepakt. Een tenenkrommend voorbeeld uit de praktijk:
Kind A had een gum (gekocht in de winkel) mee naar school genomen, maar deze was verdwenen.
Later werd deze gum, in stukjes geknipt, onder de tafel van kind B teruggevonden.
De conclusie was snel getrokken door de moeder van kind A: kind B was jaloers op de mooie gum van haar kind en kind B zou maar gauw even een nieuwe kopen.
 
En dat maakte ze de volgende dag duidelijk, door ’s ochtends bij binnenkomt op kind B af te stormen en een preek te geven.
Kind B deed het nog net niet in zijn broek van angst…
Ik ben tussenbeide gekomen en heb tegen moeder gezegd dat ze dit soort dingen met mij moet bespreken.
Ook heb ik nog voorgesteld dat kind A een gum van school zou krijgen, maar daar nam ze geen genoegen mee.
De volgende dag stormde ze opnieuw op kind B af, dat opsprong en zich angstig achter mijn rug verstopte.
Wederom duidelijk gemaakt dat de dit probleem dan met mij moest bespreken.
’s Middags kwam moeder bij mij op gesprek, hoewel… het was meer opnieuw de klas binnenstormen.
Deze keer met de mededeling dat, als er nog 1 keer iets weg was van haar kind, zij er hoogstpersoonlijk voor zou zorgen dat er spullen op school zouden verdwijnen…gelukkig kom ik dit soort situaties maar zelden tegen.
 
8. Leerkrachten met elkaar vergelijken
 
De ene leerkracht heeft een andere benadering, persoonlijkheid en aanpak dan de ander. Onbewust hebben ouders en leerlingen hun voorkeuren, dat kan niemand kwalijk genomen worden. Gaan, of gingen, er dingen stroef, bespreek ze met de desbetreffende leerkracht.
Klagen bij andere ouders of bij de huidige juf of meester over “die leerkracht van vorig jaar die er de kantjes van af liep” lost en het probleem niet op.

Bovendien wordt de huidige leerkracht op deze manier in een lastige positie gebracht; die wil (als het goed is!) zijn of haar collega niet af vallen.

9. “Mijn kind is het belangrijkst”
 
Lang leve Moeder Natuur, die ons ouders bij de komst van onze baby meteen een driedubbele dosis “oertrots” mee geeft!
Gelukkig maar, want een kind heeft deze trots, zorg en steun van de ouders hard nodig om goed te kunnen ontwikkelen.
 
Voor de leerkracht is (wederom: als het goed is!) elke leerling even belangrijk en hij of zij wil dan ook elk kind de nodige aandacht en hulp geven.
Maar met de komst van het passend onderwijs in 2014, worden er aanzienlijk minder leerlingen naar het speciaal onderwijs gestuurd.
Daardoor is er op de basisschool het aantal leerlingen met een of meerdere zorgbehoefte(n) flink toegenomen.
Voor de leerkracht is het dan ook een uitdaging om elk kind, met of zonder handelingsplan, de hulp te geven die het nodig heeft, en niet te vergeten: verdient.

Dus zijn leerkrachten als een gek bezig om met de leerlingen te flitsen, Blonen, Ralfi-en, DMT-en, AVI-en en natuurlijk extra hulp te geven aan de instructietafel.

Om aan het eind van de dag te concluderen dat er bepaalde kinderen niet genoeg aandacht hebben gekregen. Frustratie bij ouder, frustatie bij de leerkracht; we verschillen misschien minder dan we denken…. 😉

10. Incorrect gedrag en taalgebruik
 
“Juf, haai heb de hele nach leggûh hoestûh”, meldt een moeder bij de deur. En even later zegt iemand anders: “hun komen vanmiddag niet, want hun hebben vanmiddag een afspraak bij de tandarts”.
Ik bijt op mijn tong en hoop maar dat zoon of dochter het dan maar goed aanleert op school, hoewel….ik heb er ook wel eens collega’s op betrapt…
 
Als ouder ben je een voorbeeld voor je kind; kinderen nemen aan dat wat ze van de ouder leren, goed is.
En nemen het taalgebruik, maar ook het gedrag over (ook vloeken en “vieze woorden”).
Het is dus oppassen wat je zegt en doet in het bijzijn van je kind; het kan zomaar eens terugkomen in een kringgesprek…
 
Ook adviezen zoals: “als ze je pesten, sla je ze maar”, volgen kinderen op.
En dat maakt het soms lastig voor het kind als het op school hoort dat het niet mag slaan.
Bij wat oudere leerlingen wordt dan afgesproken dat buiten de schoolhekken de regels gelden van de ouders en daarbinnen die van school.
Zowel voor ouder als leerkracht geldt: goed voorbeeld doet goed volgen; laten we dus een mooi rolmodel zijn voor “onze kinderen”!
 
En last but not least: gelukkig zie ik dat ook bij heel veel ouders, ouders die:
 
– hun kind vragen de leerkracht aan te kijken tijdens het praten,
– ze “alsjeblieft”, “bedankt” en “sorry” leren zeggen,
– op tijd naar school brengen,
– ze lunch en gymspullen meegeven
– de voorraad reservekleding aanvullen wanneer hun kind eruit is gegroeid
– weten dat ze geen heilige op de wereld hebben gezet
– in gesprek gaan met de leerkracht als het niet lekker loopt
– meedenken en ideeën aandragen: zij kennen hun kind van haver tot gort
– in hun vrije tijd als “leesouder” de leerkracht indersteunen
– groepjes leerlingen begeleiden tijdens schoolevenementen

Lieve ouders, bedankt! Zonder jullie medewerking en inzet zou ik het als juf niet kunnen!